Klooster van de zusters van de Heilige Vincentius à Paulo en vrije kleuter- en basisschool. Vanaf 1816 "liefdadigheidszusters" werkzaam te Emelgem.

1821: katholieke jongens- en meisjeschool. 1845: bouw van de speldenwerkschool. 1851: oprichting van een aangenomen gemeenteschool voor jongens. 1852: bouw van een grotere speldenwerkschool en onderpastorij. 1856: verheffing van het woonhuis van de "liefdadigheidszusters" tot klooster van de Heilige Vincentius à Paulo.

1860: toevoeging van lokaal en kloosterkapel aan het klooster. Circa 1875 bestaat het complex uit een kapel, ernaast twee klassen, en naar de kerk toe het rusthuis voor bejaarden en de kapelaanswoning, twee speelplaatsen gescheiden door een lijkenhuisje.

1880: bouw van nieuwe jongensschool naast de kapelaanswoning. 1902: bouw van congregatiezaal ten zuiden van het klooster, de latere schoolgebouwen.

1910-1911: bouw van nieuwe meisjesschool, zijnde bewaar- en lagere school. 1929: afbraak van de jongensschool van één bouwlaag en twee klassen en vervanging door school van twee bouwlagen met vier klassen met centrale ingang.

1935: oprichting van een nieuwe vleugel voor huisvesting van de zusters. Nieuwe bakkerij en mechanische wasserij.

1937-1938 : vernieuwing van de kapel. 1938-1939: toevoeging van derde bouwlaag en vernieuwen van parement aan noordelijke kloostervleugel.

1959: jongensschool ingenomen door het Sint-Vincentiusinstituut. Bouwblok gelegen tussen de Prinsessenstraat en de Mandel. Centraal klooster, met ten oosten de school en ten westen de kloostertuin.

Vermeldenswaardig is het klooster, met openbare bibliotheek Sint-Lucas, in 1938-1939 aangepast naar ontwerp van A. Spriet (Izegem), zie gevelsteen. Het klooster omsluit een rechthoekige binnentuin. Noordelijke kloostervleugel en kapel inspringend ten opzichte van de rooilijn, ommuurde voortuin. Straatvleugel van vierentwintig traveeën en drie bouwlagen. Kloostergebouwen parallel aan de straat onder platte daken, haakse volumes onder zadeldaken. Parement van rode baksteen verfraaid met arduin voor onder meer plint. Speelse gevelritmering door middel van spaarvelden, doorgetrokken lisenen en trapvormig uitgewerkt pseudo-fronton met in nis het Heilig Hartbeeld. Typerend gebruik van metselmozaïek. Rechthoekige muuropeningen. Zuidelijk volume voorzien van pseudo-fronton met heiligenbeeld en doorgetrokken penanten.

Ten westen van het klooster, kapel met schip van drie traveeën en lagere, rechthoekige koorafsluiting van één travee. Rode baksteenbouw verfraaid met arduin, zadeldaken (Vlaamse pannen, nok parallel aan de straat). Op de nok, ter hoogte van ingangstravee, overhoekse dakruiter bekleed met pannen en leien. Rechthoekige vensters met glas in lood. Interieur, volgens foto, voorzien van lambrisering bekleed met tegels. Gebroken tongewelf.

Het klooster en de kapel konden niet bezocht worden.