Vrijstaand hoekhuis uit de jaren 1930-1940 met links tuinmuur. Dubbelhuis van drie traveeën + één afgesnuite hoektravee + twee traveeën en twee bouwlagen onder complex dakenspel (mechanische pannen) met vernieuwde, brede kroonlijst. Parement van oranje baksteen verfraaid met bruine baksteen voor plint en met bruingeglazuurde tegels voor deuromlijsting en lekdrempels. Lijstgevel aan straatzijde, puntgevel op hoek alwaar de overhoekse begane grond een balkon vormt. Brede venstertravee met driezijdige erker, bow window op linker hoek. Origineel houtwerk met wit-groene kleurstelling. Voornamelijk rechthoekige muuropeningen, in rechter zijgevel drie verticale bandvensters van trappenhuis met glas in lood. Deur bekroond met halfcirkelvormig bovenvenster en rondboogdeur ter hoogte van balkon. Veelvuldig gebruik van glas in lood, ook in interieur.