Kantoorgebouw in neo-Vlaamserenaissance-stijl gebouwd in opdracht van de tabaksmakelaar Léon François, naar een ontwerp door de architecten Jules Bilmeyer en Joseph Van Riel uit 1884.
Het gebouw is representatief voor de vroege burgerlijke realisaties van Jules Bilmeyer en Joseph Van Riel, die geassocieerd waren van 1877 tot het overlijden van Van Riel in 1898. De pittoreske baksteenarchitectuur van het kantoor Léon François, kenmerkt ook het ensemble gekoppelde villa’s die zij tussen 1889 en 1895 tot stand brengen in de Transvaalstraat. Tot hun gemeenschappelijk oeuvre behoren de Heilig Hartbasiliek uit 1875-1878 te Berchem, de jezuïetenkerk Onze-Lieve-Vrouw van Gratie uit 1877-1881 aan de Frankrijklei, en enkele beeldbepalende woningcomplexen in de wijk Zurenborg zoals "Carolus Magnus" uit 1897 aan de Cogels-Osylei. Na de dood van Van Riel, zette Bilmeyer zijn loopbaan in eigen naam verder, tot zijn overlijden in 1920.
Gebouw van drie traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevel heeft een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband met knipvoegen en smeedijzeren sierankers, gebruik van blauwe hardsteen voor de sterk bewerkte plint , en witte natuursteen voor lijstwerk, dorpels, diamantkoppen en sluitstenen. De opstand beantwoordt aan een regelmatig ordonnantieschema, met het accent op de middenas door een halsvormig dakvenster. Dit laatste wordt geaccentueerd door een balustrade, een kruiskozijn, klauwstukken en een gebroken driehoekig fronton met siervaas. Pilasters met diamantkoppen en rolwerkcartouches, waarop een breed entablement met architraaf, kroon- en tandlijst, markeren de begane grond. Rondbogige spaarvelden met diamantkopsleutel, -imposten en een baksteenmozaïek in het boogveld ritmeren de bovenverdiepingen. Verder registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen, op de begane grond met tussendorpel. Een klassiek hoofdgestel met gebroken, houten kroon- en tandlijst op consoles waartussen casementen, vormt de gevelbeëindiging. Bewaard houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters, en smeedijzeren traliewerk met rozetten.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2017: Kantoorgebouw in neo-Vlaamserenaissance-stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/203327 (geraadpleegd op ).
Fraai neorenaissancistisch enkelhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak. Bakstenen lijstgevel, centraal verhoogd met een dakvenster, onder gebogen fronton. Voorts horizontale gevelgeleding met doorlopende bovendorpels (begane grond), puilijst, waterlijsten en kordons. Rechthoekige benedenvensters en deur met getraliede bovenlichten tussen pilasters; op de bovenverdieping, geprofileerde vensters, rondboognissen, met sluitsteen en imposten en blokwerk in het boogveld. Stenen kruiskozijn in het dakvenster met balustrade. Houten, geprofileerde kroonlijst op modillons en tandlijst, waaronder uitgelengde consoles.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Kantoorgebouw in neo-Vlaamserenaissance-stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5187 (geraadpleegd op ).