Neoclassicistisch burgerhuis, volgens de bouwaanvraag uit 1857 tot zijn huidige vorm verbouwd in opdracht van Henri Leys. Daarbij werden de bovenste verdieping en het hoofdgestel toegevoegd aan een traditionele kern, die minstens opklimt tot de 17de eeuw. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden.

Rijwoning van drie traveeën en vier bouwlagen onder een schilddak. Oorspronkelijk bepleisterde en beschilderde, vandaag gedecapeerde lijstgevel, met een verkleinende ordonnantie. Slechts schaarse resten van de oorspronkelijk bak- en zandsteenbouw en bewaarde muurankers met gekrulde spie op de eerste twee bovenverdiepingen. Registers van rechthoekige bovenvensters met cordonvormende lekdrempels op de eerste verdieping, en individuele lekdrempels hogerop. Klassiek hoofdgestel met zware kroonlijst op klossen en voluutconsoles met acanthusblad, waartussen casementen. Verbouwde pui.