Burgerhuis met een traditionele kern die minstens opklimt tot het midden van de 17de eeuw, in oorsprong vermoedelijk een samenstel van twee diephuizen met trapgevel. Deze van het linker pand telde negen treden, in de top geopend door een drielicht met een rondboogluik voorzien van diamantkopimposten en -sluitsteen. De trapgevel van het rechter pand was al in de vroege 19de eeuw aangepast tot een laatclassicistischde lijstgevel. In 1854 voegde de heer J. Batens hardstenen lekdrempels toe aan de bovenvensters. De touwslager Guillaume Joosen liet in 1875 de bestaande tweede verdieping van het rechter pand uitbreiden tot het linker pand, waarbij de getrapte geveltop verdween, met toevoeging van het klassieke hoofdgestel en het schilddak. In opdracht van juffrouw M.C. Van Gestel, bracht de aannemer Ludovicus Joannes Alexander in 1887 de winkelpui aan. Tot dan beantwoordde de woning aan het enkelhuistype, met een laatclassicistische deuromlijsting uit begin jaren 1800 in de laatste travee.

Rijwoning van vier traveeën en drie bouwlagen onder een schilddak (Vlaamse pannen, nok loodrecht op de straat). Vandaag gedecapeerde lijstgevel, de eerste verdieping uit traditionele bak- en zandsteenbouw met speklagen, kwartholle negblokken en smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. In de linker helft ter hoogte van de eerste verdieping: gevelsteen met wapenschild waarop drie Franse lelies, een banderol met de licht gehavende huisnaam "IN DE DRY LELYS" en het jaartal "A° 1651"; sporen van blauwe beschildering (wapenschild) en verguldsel (lelies, opschriften). De toegevoegde tweede verdieping vertoont een eenvoudig, oorspronkelijk bepleisterd en beschilderd baksteenparement. Registers van rechthoekige bovenvensters; aangepaste vroegere kruiskozijnen met hardstenen dorpels op de eerste verdieping. Klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op klossen en tandlijst; dakvenster met bewaarde hijsbalk en driehoekig fronton. Klassieke houten winkelpui met zijportaal op een hardstenen plint, samengesteld uit pilasters en een entablement met trigliefen en panelen in de fries.

Diephuis van vier traveeën en drie bouwlagen onder schilddak (Vlaamse pannen) waarin een dakvenster met bewaarde hijsbalk en driehoekig fronton; oude kern. Aangepaste bepleisterde en beschilderde lijstgevel voorzien van ankers met gekrulde spie; rechthoekige vensters met kwartholbeloop. Eenvoudige gevelbeëindiging met geleed kordon, verdiept fries en kroonlijst met tandlijst op klossen. Begane grond met brede klassieke houten winkelpui.