Winkelhuis in neoclassicistische stijl op de hoek van Klapdorp en Predikerinnenstraat, gebouwd in opdracht van baron de Gruben, naar een ontwerp door de architect Victor Durlet uit 1872. De bouwheer valt wellicht te identificeren met Charles de Gruben (Brussel, 1833-Wijnegem, 1900), echtgenoot van Euphrasie du Bois (Antwerpen, 1833-Antwerpen, 1913), katholiek senator voor het arrondissement Turnhout van 1892 tot 1900. Voor de bouw van het pand werd een traditioneel diephuis met trapgevel en twee getrapte dakkapellen uit de tweede helft van de 16de eeuw gesloopt. Dit laatste onderscheidde zich verder door een hardstenen rococopoort uit het midden van de 18de eeuw.

Victor Durlet was als architect actief was vanaf eind jaren 1850 tot zijn overlijden in 1900, de laatste jaren in associatie met zijn zoon Victor. De burger- en herenhuizen die Durlet tijdens de jaren 1870 tot 1890 tot stand bracht op de Leien en rond het Stadspark, in de wijken Zuid en Zurenborg, worden gekenmerkt door een conventionele toepassing van de neoclassicistische stijl, verrijkt met second-empire- en neorenaissance-elementen in de meer prestigieuze ontwerpen. Tot zijn belangrijkste openbare opdrachten in Antwerpen behoort het Bureel van Weldadigheid uit 1887-1888 in de Blindestraat.

Hoekhuis van twee bij vier traveeën en vier bouwlagen onder een afgesnuit zadeldak (nok loodrecht op het Klapdorp). De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met schijnvoegen op de hoofdverdieping en afgeronde hoekpenant, rustte oorspronkelijk op een geblokte pui met winkelramen in klassieke houten omlijsting. Geleed door kordonvormende lekdrempels, beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, in de drie rechter traveeën verrijkt met een stucdecor. Registers van rechthoekige vensters in geriemde omlijsting met oren, op de eerste verdieping geaccentueerd door een voluutsleutel en geschubd paneel, op de tweede door een rozet en guirlande; individuele lekdrempels met onderdorpel op de derde verdieping. Klassiek hoofdgestel met gekorniste houten kroonlijst op klossen. Verbouwde pui.

Hoekhuis van respectievelijk één en twee traveeën en vier bouwlagen, te dateren in de tweede helft van de 19de eeuw. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel met schijnvoegen op de hoofdverdieping, puilijst en doorlopende lekdrempels. Rechthoekige vensters in een geriemde omlijsting, op tweede en derde bouwlaag in grillige omlijstingen met rijk bewerkte sleutels of met guirlandes. Blinde vensters in de zijgevel. Paneelwerk op borstweringen. Kroonlijst op klossen boven een geleed kordon.