Traditioneel diephuis van twee traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat, pannen), te dateren in de 17de eeuw. De blikslager Pierre Jos Aertsens liet in 1838 de vensters van de eerste en tweede verdieping verlagen en van lekdrempels voorzien.

De gecementeerde tuitgevel met schouderstukken, oorspronkelijk allicht een trapgevel, is mogelijk opgetrokken in bak- en zandsteenbouw, verankerd door smeedijzeren muurankers. Aangepaste rechthoekige bovenvensters - vroegere kruiskozijnen - met cordonvormende hardstenen lekdrempels op de tweede verdieping. Het rondboogvenster met sluitsteen en imposten in de top vormde oorspronkelijk het middenluik van een drielicht, waarvan de zijlichten zijn gedicht. Ook het vroegere luikgat hogerop is gedicht. De pui en de eerste verdieping zijn verbouwd.