is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve met losse bestanddelen
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Hoeve met losse bestanddelen: bergschuur
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Boerenhuis en stallingen
Deze vaststelling was geldig van tot
Site, ten zuidoosten van het dorp Snaaskerke, bestaande uit een boerenhuis (ten zuiden van het erf) en een bergschuur met stallingen (ten oosten). (Bergschuur beschermd als monument bij K.B. van 08.09.1971).
Bestond reeds in de 17de eeuw (legger uit 1664) en behoorde aan het Kartuizerklooster van Brugge. Onder Frans bewind werd de hoeve verkocht als Nationaal Goed. In 1973 stortte een gedeelte van de top van het dak van de bergschuur in, de dakkepers werden vernield door regen en wind. Restauratie door architect Viérin (Brugge) in 1975.
Hoeve met losse bestanddelen van witgekalkte baksteen op gepekte plint onder zadeldaken (mechanische en Vlaamse pannen).
Ten zuiden van het erf, boerenhuis. Lijstgevel van één opkamertravee (oculusvormig betralied kelderraampje) + vier traveeën. Oorspronkelijk getoogde muuropeningen. Erfgevel (noordgevel) tot circa 1971 op deur na blind, inbreng van storende rechthoekige muuropeningen. Vernieuwd houtwerk. Zijgevels deels verstevigd door steunberen.
Interieur met gaaf bewaarde moer- en kinderbalken, vloer uit cementtegels. Kelder met tongewelf, loodrecht op de nok, de bevloering bestaat uit boomse tegels.
Ten oosten van het erf, bergschuur, met bijna vierkante plattegrond (17 m x 17,60 m). Afzonderlijk volume, met poortjes verbonden aan de gebouwen links en rechts ervan. Witte baksteenbouw op gepekte plint onder tentdak (mechanische pannen, top van riet). Rechthoekige muuropeningen, donkerrood beschilderd houtwerk.
Houten geraamte (ankerbalkgebint uit de 19de eeuw) bestaande uit zes stijlen, die op arduinstenen staan die op gemetselde voeten liggen. De stijlen zijn twee aan twee verbonden door een overstekend dekbalkgebint. Tussen de stijlen en de dekbalken zijn er dubbele schoren. De drie dekbalken bestaan uit twee overlangse delen die bovenop elkaar liggen. Tussen de twee delen van de dekbalken steken de dwarsliggers. Op het middelste overstekend dekbalkgebint bevindt zich een schaargebint en een nokgebint, dat bestaat uit een nokstijl en twee gebogen nokschoren. De nokstijl draagt een noknaald van ongeveer 1 m.
Links aanpalende kleine stalling met jaarsteen "1890".
Bron: VANNESTE P. met medewerking van DE LEEUW S. 2003: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Gistel, Deelgemeenten Moere, Snaaskerke en Zevekote, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL3, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanneste, Pol
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)