Kapel toegewijd aan Sint-Jan de Doper en opgericht ter vervanging van een houten kapel, het zogenaamde Heiligenhuisje.
Circa 1650 bouwden de inwoners van Gerheide een stenen kapel om bevrijd te worden van de veepest; na meerdere vergrotingen en verbouwingen werd in 1682 goedkeuring verleend om er missen te lezen; na de verbouwing van 1693 werd de kapel plechtig gewijd in 1694.
Gotische gehuchtskapel voorzien van sobere barokke elementen, met uitzicht van 1693, zie jaartal in westelijke gevel. Buitenzijde gerestaureerd in 1988, binnenzijde in 1989. Qua uitzicht sterk aansluitend bij de kapel van Schoor en de heden tot ruïne vervallen kapel van Rosselaar.
Georiënteerde kapel op rechthoekige plattegrond van drie traveeën en driezijdige, blinde koorsluiting onder leien zadeldak met barok, zeszijdig klokkentorentje onder helmdak met peerbekroning. Parallel met de Gerheide(straat) ingeplante baksteenbouw geritmeerd door steunberen, waartussen segmentboogvensters. Vrij gesloten westelijke tuitgevel met jaartal 1693, aandak, schouderstukken en vlechtingen; voorts twee segmentboogvenstertjes, ten dele verkleind, en een lege nis. Zuidelijke gevel met korfboogdeurtje in de eerste travee
Oorspronkelijk bepleisterd interieur, gedecapeerd bij de jongste restauratie; houten tongewelf. 18de-eeuws retabelaltaar en een kopie van een 17de-eeuws Sint-Jansbeeld.
- DIRIKEN P., Geogids Oosterkempen: Balen, Dessel, Mol, Retie, s.l., 1992, p. 50.