Kapel, toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw, van 1841, zie traliewerk deur, en gelegen te midden van een ten dele beboomd parkje.
Volgens de overlevering opgericht op de plaats waar Sint-Willibrordus de eerste kerk van Olmen, toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw, stichtte.
Nadat de kerk in de 11de-12de eeuw meer naar het noorden verschoven werd, werd de oude kapel vermoedelijk in het begin van de 16de eeuw vervangen door een nieuwe en groeide deze plaats uit tot een belangrijke bedevaartsoord waar zowel Onze-Lieve-Vrouw als Sint-Willibrordus werden aanroepen. Hoogtepunt in de 18de eeuw.
Begin 19de eeuw was dit gebedshuis totaal vervallen zodat er vanaf 1833 sprake was van de bouw van een nieuwe kapel; in 1841 werd de kapel uiteindelijk herbouwd, naar verluidt met hergebruik van de stenen.
Neoclassicistische bakstenen kapel op rechthoekige plattegrond onder leien zadeldak met klokkentorentje, aangebracht in de jaren 1953-1954 (nok loodrecht op de straat) als referentie aan de oudere kapel die ook een torentje bezat; lagere, halfronde, blinde koorsluiting; gecementeerde plint. Puntgevel met rondbogig spaarveld tussen pilasters en rechthoekige deur onder arduinen latei; vernieuwd houtwerk (jaren 1980) met gerecupereerd smeedijzeren traliewerk met vermelding "anno"/ "1841". Kleine halfronde venstertjes in de zijgevels, tegen het koor segmentbogige vensters met glas in lood, aan noordzijde voorstelling Onze-Lieve-Vrouw met Kind, atelier Calders, 1954, aan zuidzijde Sint-Willibrordus, 1991. Bepleisterd en beschilderd interieur met tongewelf en zwarte tegelvloer. Barok portiekaltaar mogelijk afkomstig uit de oude kapel op, in de periode 1953-1954 vernieuwde, onderbouw van verzaagde grafstenen.
- JENNEN F., Geschiedenis van de Boskapel, ('t Schreneel, Jaarboek 9, 1992, p. 75-89).
- SWINNEN J., De Boskapel na 1841, ('t Schreneel, Jaarboek 9, 1992, p. 90-98).