Ten westen van de Sint-Willibrorduskerk, nabij het kanaal Dessel-Kwaadmechelen ligt een omgrachte neotraditionele pastorie. Een brug over de gracht en een 18de-eeuws poortgebouw bieden toegang tot de site.
Historiek
De oorspronkelijke pastorie, afhankelijk van de premonstratenzerabdij van Postel en een uitstekende illustratie van een typische norbertijnerabdij met vest en poortgebouw, klom vermoedelijk op tot 1647. In 1646 werd immers de toelating verleend om een pastorie te bouwen die het daarop volgende jaar werd gerealiseerd. De oude pastorie werd wegens bouwvalligheid gesloopt in 1910-1911 en vervangen door de huidige constructie uit 1909, ontworpen door provinciaal architect Jules Taeymans (1872-1944). Het poortgebouw, dat tot stand kwam in 1737, en de omgrachting bleven behouden.
De kabinetskaart van de Ferraris (1770-1778) geeft de pastorie weer op een rechthoekig, omgracht perceel. Op dit perceel staan drie gebouwen en het terrein is als “moestuin” ingekleurd. Later, tot en met de topografische kaart opgemaakt in 1887, wordt de omgrachte site in twee verdeeld door een dwarse sloot nabij de pastorij. Dit oostelijk tuingedeelte is toegankelijk via een bruggetje.
Een tweetal postkaarten uit het einde van de 19de eeuw en een oude foto van circa 1920 brengen de pastorietuin in beeld. Langs de oostzijde van de pastorij bevindt zich duidelijk een hoogstamboomgaard. Op beide postkaarten is een vrij volwassen beplanting van bomen en heesters tot dicht tegen de gebouwen zichtbaar. Daarin zijn een aantal snoeivormen van vermoedelijk Taxus en Tsuga te onderscheiden, daarnaast een jonge lindeboom en het silhouet van een bomenrij aan de kant van het poortgebouw.
Beschrijving
Een bakstenen brug, met geplaveid dek afgeboord door bakstenen muurtjes, leidt over de omgrachting naar het poortgebouw, dat volgens jaarankers 1737 gedateerd wordt. Dit poortgebouw is een sobere bakstenen constructie met centrale rondboogdoorgang onder een zadeldak (nok parallel aan de straat, Vlaamse pannen). In 1981 werden aan de binnenplaatszijde dakkapellen toegevoegd. De poort is gevat in een natuurstenen omlijsting. De zijgevels zijn voorzien van aandaken, schouderstukken en lelieankers. De gecementeerde achtergevel heeft een gelijkaardige poortdoorgang en betraliede, getoogde vensters. Links in het poortgebouw bevonden zich oorspronkelijk het washuis en een oven, rechts een stal.
De pastorie is een breedhuis in neotraditionele bak- en zandsteenstijl uit het eerste kwart van de 20ste eeuw, op het kadaster ingetekend in 1912. De baksteenbouw telt vijf traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel aan de straat, mechanische pannen). De lijstgevel is symmetrisch opgebouwd en wordt gemarkeerd door sierankers en muurbanden van gesinterde baksteen. De centrale travee omvat een korfboogdeur en oculus, beiden in een natuurstenen omlijsting, uitlopend op een getrapt dakvenster met drie treden en een overhoeks topstuk. De segmentboogvensters zijn voorzien van natuurstenen hoekstenen. Steigergaten en een aflijnende houten kroonlijst op modillons werken de gevel af. De verankerde zijgevels vertonen speklagen van gesinterde baksteen en steekboogvormige muuropeningen. Het lagere aanbouwsel rechts heeft overwegend aangepaste muuropeningen.
Tuin
In de pastorietuin zijn slechts relicten van de oorspronkelijke aanleg bewaard waarvan de walgracht van vier tot vijf meter breed de voornaamste is. Vandaag bestaat de pastorietuin uit een grasveld en een aantal hoogstammige solitaire bomen rondom het poortgebouw en de pastorij, waaronder tamme kastanje, zomereik en boskriek en zaailingen van gewone esdoorn, berk en robinia. Het meest oostelijke tuindeel is beplant met een krentenbosje. De zuidwestzijde van de gracht wordt afgeschermd door een korte bomenrij.
Daarnaast zijn nog enkele bomen die deel uitmaakten van de vroegere tuinaanleg bewaard. Op de hoeken van de walgracht staan twee winterlindes (Tilia cordata) die vermoedelijk uit het einde van de 19de eeuw dateren. Het gaat om een zevenstammig en een achtstammig exemplaar. Aan de achterdeur van de pastorie groeien twee grote taxusbossen, dit zijn vermoedelijk de kegelvormig snoeivormen zichtbaar op de foto van circa 1920. Ook bij het poortgebouw vinden we een drietal volwassen exemplaren van Taxus baccata terug. Verder zijn in de tuin nog een aantal relicten van buxus terug te vinden, een typische bewoner van pastorietuinen. De twee oude hakhoutstoven van hazelaar verwijzen naar het vroegere gebruik van de struik als geriefhout.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Pastorie van de Sint-Willibrordusparochie met tuin [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/52238 (geraadpleegd op ).