Ooievaarsnest, in de 18de en 19de eeuw tijdelijk gesplitst in Klein Ooievaarsnest en Groot Ooievaarsnest. Complex opgericht midden 16de eeuw en in een koopakte van 1585 beschreven als woonhuis met brouwerij, schuur en boomgaard, eind 18de eeuw - eerste kwart 19de eeuw als leerlooierij en herberg. Heden zetel van de Geelse Bouwmaatschappij.
Oorspronkelijke vakwerkbouw (zie bewaarde elementen van het houtskelet en herstelde lemen wanden in de inkomhal) van het éénbeukig type, met doorgaande wandstijlen, ankerbalkgebinten, een beperkt aantal wandregels en een sporenkap zonder borstwering, later achteraan uitgebreid met twee haakse vleugels eveneens in vakwerk zodat een U-vormig grondplan ontstond; mogelijk deels versteend in de 17de eeuw, volledig versteend in de loop van de 18de eeuw. Ingrijpende verbouwingswerken tussen circa 1775 en 1811 en circa 1847 (onder andere dakgebint). Voor- en zijgevels gecementeerd circa 1900. Restauratie naar ontwerp van J. Vermeylen in 1999-2000.
Dubbelhuis van vier + vijf traveeën en twee bouwlagen, op U-vormige plattegrond onder haakse, leien zadeldaken met aandaken. Combinatie van lijst- en puntgevels waarvan de zijpuntgevels hersteld werden tijdens de restauratiewerken; rechthoekige muuropeningen, vensters deels onder houten latei en deels met geriemde omlijsting. Verankerde, bepleisterde en beschilderde zuidelijke voorgevel en oostelijke en westelijke zijgevels. Zuidelijke voorgevel gemarkeerd door imitatievoegen en puilijsten, in het linkerdeel doorlopende lekdrempels op de bovenverdieping. Links deur in hardstenen entablementomlijsting waarboven jaartal 1602, aangebracht midden 19de eeuw en vermoedelijk verwijzend naar de sterfdatum van pastoor/deken Jan Tsionghen die het Ooievaarsnest naliet aan de Sint-Amandskerk en het Gasthuis. Verankerde, bakstenen noordwestelijke- en noordoostelijke puntgevels met muurvlechtingen, noordoostgevel op schouderstukken. Hartvormige en geometrische metselaarstekens van gesinterde baksteen; gelijksoortige rest van jaartal "..14" (1614 of 1714). Bij de restauratie werd een beglaasde ingang en trappenhal aangebracht als verbinding tussen de haakse achtervleugels, ten westen werd aansluitend een lage nieuwe bouw gezet met een functionele vergaderzaal naar ontwerp van L. Matheve.
De oorspronkelijke structuur van het houtskelet is in het interieur duidelijk herkenbaar in enkele kamers en op de zolders; deze werd bij de restauratie zo veel mogelijk bewaard, hersteld en zichtbaar gemaakt. De oorspronkelijke binnenindeling werd benaderd door het verwijderen van nutteloze binnenmuren. In het westelijk deel vooraan bleef de 18de- en 19de-eeuwse indeling behouden omwille van de muurschilderingen, namelijk landschappen in italianiserende stijl toegeschreven aan J.B. Peeters (midden 19de eeuw). Gang eertijds met geschilderd imitatie lijstwerk, marmerimitatie en geschilderde cassettenplint uit einde 18de eeuw of begin 19de eeuw. Gewelfde kelders.
- Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Monumenten & Landschappen, Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg Antwerpen, Monumenten en Landschappen, Dossier A/0277/3.
- S.N., De Ooievaarsnest. Een nieuw huis voor de Geelse Bouwmaatschappij, Geel, 2000.