Meergezinswoning in eclectische stijl gebouwd in opdracht van de bakker Joseph Cloodts-van Eyck (°Vorselaar, 1864), naar een ontwerp door de architect Edouard Dobbelêers uit 1910. Aaannemer Fréderic Masson voerde de werken uit. De bouwheer had in 1909 achteraan op het perceel al een bakkerij laten bouwen door Dobbelêers. Hij plande aanvankelijk een verbouwing van de bestaande panden aan de Kloosterstraat, maar opteerde uiteindelijk voor nieuwbouw. Het gebouw is representatief voor het latere oeuvre van Dobbelêers, die in Antwerpen actief was van 1887 tot zijn overlijden in 1921. Uit zijn beginjaren zijn zowel ontwerpen in neoclassicistische als in neo-Vlaamserenaissance-stijl bekend. In de periode vóór de Eerste Wereldoorlog bleef hij trouw aan een conventioneel architectuuridioom.
Rijwoning van vier traveeën en vier bouwlagen onder een mansardedak (kunstleien). Lijstgevel uit wit geglazuurde baksteen in kruisverband, geaccentueerd door groene en bruine geglazuurde baksteen voor speklagen, ontlastingsbogen, borstweringen, onderdorpels en de fries, op een bepleisterde en beschilderde pui met schijnvoegen. Blauwe hardsteen is gebruikt voor de plint, koetspoort en lekdrempels, witte natuursteen voor waterlijsten. Nadrukkelijk horizontaal geleed, beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, de bovenbouw geritmeerd door pilasters die de traveeën bundelen. Koetspoort met schamppalen, privé-portaal en oorspronkelijk winkelpui met zijportaal (vandaag gedicht) op de begane grond. Registers van steekboogvensters met sluitsteen en kordonvormende lekdrempels op de bovenverdiepingen. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op klossen, tandlijst en consoles vormt de gevelbeëindiging; oorspronkelijk twee brede dakkapellen met vleugelstukken, driehoekig fronton en bolornament.
Volgens de bouwplannen biedt de begane grond ruimte aan een doorrij naar de bakkerij, de inkom- en traphal van de huurkwartieren, en in de rechterflank de bakkerswinkel met kantoor, keuken en wasplaats. De bovenverdiepingen omvatten telkens twee huurkwartieren aan weerszij van de traphal, die uit drie kamers en een wc bestaan. Het minder diepe dakniveau herbergt zeven mansardekamers
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2017: Meergezinswoning in eclectische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/203386 (geraadpleegd op ).
Twee identieke woningen uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. Twee traveeën, vier bouwlagen en mansardedak (kunstleien) waarin brede dakkapellen met vleugelstukken. Lijstgevels van witte baksteen horizontaal gemarkeerd door kleurige banden, kordon vormende lekdrempels, hardstenen lijsten tussen de verdiepingen en klassieke bekroning. Twee aan twee gegroepeerde steekboogvensters met kleine sleutel, geflankeerd door lisenen. Begane grond met brede poort en houten winkelpui.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Meergezinswoning in eclectische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5233 (geraadpleegd op ).