Traditioneel diephuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat, pannen), uit de eerste helft van de 17de eeuw. In 1843 liet de heer Van Vaerenbergh de vensters van de eerste verdieping verhogen en verlagen, en van hardstenen lekdrempels voorzien. In de linker travee bevond zich toen nog een rondboogdeur met imposten en sluitsteen onder een rechthoekig bovenlicht.

De afgetopte, gecementeerde trapgevel van negen treden is mogelijk opgetrokken in bak- en zandsteenbouw, verankerd door smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. Aangepaste bovenvensters - vroegere kruiskozijnen - met lekdrempel. De tweeledige geveltop wordt in het eerste register geopend door een centraal rondboogvenster tussen aangepaste kloosterkozijnen. Een rechthoekig luik doorbreekt de topgeleding. Verbouwde pui.