Complex gevormd door een winkelhuis en twee burgerhuizen in Louis-Philippestijl op de hoek van Kloosterstraat en Vlaanderenstraat, voor eigen rekening gebouwd door de architect Pierre Paul Stoop, naar een ontwerp uit 1861. Het burgerhuis (Vlaanderenstraat 11) links van het hoekpand is gedecapeerd met verlies van het stucdecor; het winkelhuis op de hoek en het burgerhuis rechts ervan (Kloosterstraat 30-32) zijn later verhoogd met een vierde bouwlaag en hebben een verbouwde pui.

Pierre Paul Stoop, zoon van architect Frans Stoop en broer van stadsbouwmeester Frans Jacob Stoop, trad in 1843 als architect in dienst van de provincie Antwerpen, eerst als conducteur en vanaf 1849 als onderbouwmeester van het arrondissement Mechelen. In beide functies was hij assistent van provinciaal architect Ferdinand Berckmans. Hij bleef in provinciale dienst tot 1852, om vervolgens een privé-loopbaan uit te bouwen. Tot zijn belangrijkste eigen realisaties behoren de abdijkerk van Tongerlo uit 1852-1858, en de minderbroederskerk uit 1868-1876 in Mechelen, beide ontworpen in neogotische stijl. Over zijn productie burgerlijke architectuur in Antwerpen is weinig bekend.

Afgeschuind hoekcomplex van in totaal dertien traveeën en oorspronkelijk drie bouwlagen onder een zadeldak; heden deels vier bouwlagen onder een plat dak. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel, deels gedecapeerd, oorspronkelijk met schijnvoegen op de begane grond, op een plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst, beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van deur- en vensteropeningen in geriemde omlijsting met lekdrempel, getoogd op de begane grond, rechthoekig met afgeronde bovenhoeken en geaccentueerd door sluitstenen en typische onderdorpels op de bovenverdiepingen. Balkons met voluutconsoles en smeedijzeren borstwering leggen ter hoogte van de hoofdverdieping de klemtoon op de afgeschuinde hoektravee en de respectievelijke middenassen van de burgerhuizen. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op klossen en tandlijst vormde oorspronkelijk de gevelbeëindiging.

Hoekhuis met de Vlaanderenstraat in Louis-Philippestijl van 1861. Respectievelijk zes traveeën, afgeschuinde hoektravee en zes traveeën, aanvankelijk slechts drie bouwlagen hoog en afgedekt met zadeldak (zie Vlaanderenstraat). Hoek en Kloosterstraatzijde werden later met één bouwlaag onder plat dak verhoogd. Bepleisterde en beschilderde lijstgevels. Pui verlevendigd met schijnvoegen en segmentboogvensters en -deuren in geriemde omlijsting; de rechthoekige vensters zijn latere aanpassingen. Hoofdverdieping met drie fraaie balkons op voluutconsoles, onderling verbonden door de puilijst. Rechthoekige bovenvensters met afgeronde bovenhoeken en sleutel, eveneens in geriemde omlijsting en onder de lekdrempels verrijkt met bewerkt paneel.