Drossaardshoeve, door de laatste Geelse drossaard Egidius-Emmanuel Sanen (1764-1795) als pachthoeve opgericht in het vierde kwart van de 18de eeuw in het kader van de ordonnanties van Keizerin Maria-Theresia ter stimulatie van het in cultuur brengen van de gemeenschappelijke heidegronden.

Alleenstaand woonstalhuis van acht traveeën en één tot anderhalve bouwlaag onder mank zadeldak (nok parallel aan de straat, golfplaten) en parallelle, driebeukige Kempische schuur van zes traveeën onder schilddak (nok parallel aan de straat, golfplaten) aan de overzijde van de straat. Verankerde, witgeschilderde baksteenbouw met rechthoekige muuropeningen onder houten lateien, beluikte vensters. Zijgevel met rondboogluik en rondboogpoort. Schuur met steunberen en uitgespaarde noordwestelijke hoek, dubbel ankerbalkgebint.