Sint-Dimpnakapel gelegen tussen Zammel en Oosterlo, op de grens van een recente woonzone en het Zammelsbroek ter hoogte van de samenvloeiing van de Molenlaak en de Grote Nete. Volgens de legende verbleven de Heilige Dimpna en Sint-Gerebernus hier in een kluizenaarshut tot ze in Geel vermoord werden, kapel gebouwd bij een waterput met vermeend miraculeus en geneeskrachtig water waarnaar een bedevaart ontstond en waarbij een kapelletje gebouwd werd en in 1627 een linde geplant werd.
Bouw van een grotere kapel met strodak in 1693-1694, ingehuldigd in 1697, grondig hersteld in 1779-1780, onder meer vervangen van stro door een leien dakbedekking. Aangeslagen tijdens de Franse Revolutie en ingekocht door kerkmeester Amandus De Vos. Tijdens de 19de eeuw, verbouwingswerken, vermoedelijk circa 1870. Recenter portaal van na de Tweede Wereldoorlog. Kapel gerestaureerd in 1990-1991.
Eénbeukige kapel met barokke kern en classicistische verbouwingen, bestaande uit drie verspringende volumes: schip van drie traveeën, vlak afgesloten, smaller en lager koor van één travee en uitspringend portaal. Verankerde baksteenbouw onder leien zadeldaken met open dakruiter op schip, aandaken. Lijstgevels met bepleisterde, overhoekse en getande baksteenfries, tuitgevels met schouderstukken en muurvlechtingen. Steekboogvormige vensters met ijzeren roeden, oculus boven portaal van machinesteen.
Bepleisterd en beschilderd interieur met gedrukt tongewelf, omlopend lijstwerk en cementtegelvloer.
Mobilair
Gepolychromeerd kruisbeeld uit begin 18de eeuw. Sint-Dimpna-altaar van gemarmerd hout geschonken door Anthoon Hendrickx van 1711 (zie legaatopschrift met chronogram).
- Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Monumenten & Landschappen, Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg Antwerpen, Monumenten en Landschappen, Dossier A/0573.