Ateliers en pakhuis in neo-Vlaamserenaissance-stijl, gebouwd in opdracht van de Imperial Continental Gas Association, naar een ontwerp door de architect Henri Thielens uit 1898. Samen met de ateliers kwam op hetzelfde perceel zijde Meir het kantoorgebouw met winkel van de gasmaatschappij tot stand, ontworpen door de architect Emile Thielens.
De Imperial Continental Gas Association (Compagnie Imperiale et Continentale du Gaz) werd in 1824 te Londen opgericht door Sir Moses Montefiori, voor de bouw en exploitatie van gasfabrieken, de distributie van gas, en het leveren van straatverlichting op het Europese vasteland. Begonnen in Hannover in 1825 en Berlijn in 1826, richtte de maatschappij in de loop van de 19de eeuw gasfabrieken op in Antwerpen, Brussel, Wenen en Amsterdam. De Antwerpse gasfabrieken bevonden zich op de Dam (Van Kerckhovenstraat), het Sint-Andrieskwartier (Kronenburgstraat) en Zurenborg (Minckelersstraat).
Henri Thielens staat vooral bekend voor het ontwerp van het neo-Vlaamserenaissance-kasteel Fester in de Karel Oomsstraat, en de talrijke burgerhuizen in conventionele neoclassicistische stijl, die hij vanaf de jaren 1880 tot 1914 in Antwerpen tot stand bracht. Het pittoreske idioom van het ateliergebouw van de Imperial Continental Gas Association, is sterk verwant met de haringrokerij die de architect in 1893 voor de gebroeders Vanden Bemden ontwierp in de Kronenburgstraat.
Gebouw van twee/drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak (nok loodrecht op de straat). Lijstgevel centraal bekroond door een getrapte geveltop (zes treden) met schouderstukken, overhoeks topstuk en bolornament, uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, oorspronkelijk wellicht met knipvoegen. Van blauwe hardsteen is gebruik gemaakt voor de hoge geprofileerde plint en lekdrempels, van witte natuursteen voor speklagen, archivolten, lateien, kraag-, dekstenen en topstuk. Smeedijzeren muurankers vormen de initialen ICGA van de bouwheer, de Imperial Continental Gas Association. Geleed door de puilijst met schuine afzaat, beantwoordt de opstand aan een axiaal compositieschema. Brede schouderboogpoort geflankeerd door een tot deur verlaagd schouderboogvenster op de begane grond. De bovenbouw is gevat in verdiept, rondbogig spaarveld met de vorm van een Brugse travee. Rechthoekige pseudo-laaddeur oorspronkelijk met balkon en geflankeerd door zijlichten met onderdorpel op de eerste verdieping; rechthoekig drielicht met onderdorpel op de tweede verdieping. In het boogveld is een pseudo-hijsbalk met houten luifel aangebracht, louter decoratief van opzet.
Volgens de bouwplannen bestond het complex oorspronkelijk uit de voorbouw aan de Kolveniersstraat, met de toegang tot de ateliers rond de binnenplaats en stapelruimte op de verdiepingen. De hoofdvleugel van de ateliers vormde een drie bouwlagen hoge fabriekshal met centrale vide, metalen dakspant en dakruiter, die onder meer een smidse en een zinkbewerkersatelier herbergde. Dit gebouw stond via het montageatelier in verbinding met het kantoorgebouw. Behalve de voorbouw aan Kolveniersstraat en Meir, is van het complex niets bewaard.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1898#188.