Geheel van twee volgens repeterend schema gekoppelde winkelhuizen in neoclassicistische stijl, opgetrokken in opdracht van William Solvyns, naar een ontwerp door architect Jacobs uit 1888. Deze is mogelijk te identificeren met Joannes Franciscus Jacobs, een aannemerszoon actief vanaf midden jaren 1870. Van deze bouwmeester konden tot op heden slechts een beperkt aantal bouwprojecten worden teruggevonden, zowel in neoclassicistische als in neo-Vlaamserenaissance-stijl, daterend uit de jaren 1870 en 1880. De rentenier William Solvyns (Antwerpen, 1838-Berchem, 1910), gehuwd met Marie Struye en als politicus actief voor de katholieke Meetingpartij, was een zoon van de rijke grondeigenaar en orangist Aloïsius Solvyns-Mosselmans (1798-1842).

Met een gevelbreedte van elk drie traveeën, omvatten de rijwoningen vier bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevels hebben een parement uit rode baksteenbouw in kruisverband, met gebruik van blauwe hardsteen voor de plint, en witte natuursteen voor waterlijsten, balkons, balustrades, vensteromlijstingen en consoles. Nadrukkelijk horizontaal geleed door een balkon, waterlijsten en kordonvormende lekdrempels, beantwoorden de opstanden aan een axiaal schema, dat de klemtoon legt op het middenrisaliet. De klassieke houten winkelpuien, oorspronkelijk met een vitrine tussen het zijportaal en de privé-ingang, zijn gedeeltelijk aangepast, met behoud van de hoekpilasters, het entablement, en het bekronende gevelbrede balkon met consoles en ijzeren borstwering. De bovenbouw beantwoordt aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters in geriemde omlijsting met oren, de eerste verdieping geaccentueerd door entablementen. Balkons met consoles, achtereenvolgens een doorgetrokken balustrade en een ijzeren borstwering, en een driehoekig fronton in de topgeleding, leggen de klemtoon op het middenrisaliet. Een klassiek hoofdgestel met tegelpanelen in de fries, en een houten kroonlijst op klossen en tandlijst, gekornist op consoles in het middenrisaliet, vormt de gevelbeëindiging.

Twee identieke rijhuizen van elk drie traveeën en vier bouwlagen onder zadeldak. Bakstenen lijstgevels, verrijkt met blauwe hardsteen, daterend uit het vierde kwart van de 19de eeuw met aangepaste winkelpuien. Bouwlagen horizontaal gemarkeerd door middel van kordons, doorlopende lekdrempels en de brede, geprofileerde kroonlijst op klossen en tandlijst. Voorts verticaal accent door de in hoogte afnemende bouwlagen (naar boven toe) en middenrisaliet, in de derde en vierde bouwlaag uitgewerkt met een balkon op consoles; de bovenste deurvensters onder een fronton. Rechthoekige vensters in geriemde omlijstingen met neuten, op de tweede bouwlaag met gestrekte waterlijst. Op de fries verdiepte, rechthoekige panelen.