Schuin ingeplante kapel, toegewijd aan Maria Moeder Gods hoop der hopeloozen, zie opschrift. Oudste vermelding in 1577 als schuilplaats voor de reizigers van Mol naar Achterbos. Huidig uitzicht opklimmend tot 1875, toen de kapel werd verplaatst voor de aanleg van de spoorweg. Circa 1900 nog gelegen in een landelijke omgeving, volgens oude prentkaart.
Heden met schijnvoegen gecementeerde constructie op rechthoekige plattegrond onder zadeldak (kunstleien), geflankeerd door paardenkastanje. Puntgevel met hoeklisenen en rechthoekige deur in vlakke, gecementeerde rondboogomlijsting, ijzerwerk met Mariamonogram in het boogveld; rondboogvensters in dito omlijsting in de zijgevels. Bepleisterd en beschilderd interieur met tongewelf.
KINNAER A., De kapellen van Mol, Mol, 1983, 5a-5c.
S.N., Profiel van Mol, Mol, 1971, 319-320.
Bron: KENNES H. & STEYAERT R. 2002: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Mol, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n5, Brussel - Turnhout. Auteurs: Kennes, Hilde Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)