Teksten van Parochiekerk Sint-Pieter en Pauwel

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/52686

Parochiekerk Sint-Pieter en Pauwel met gedenktekens ()

De georiënteerde neogotische kruisbasiliek van 1852-1853 met geïntegreerde laatgotische toren van circa 1500 is gelegen ten oosten van de Markt, net achter het voormalige gemeentehuis. Het oorspronkelijk omringende kerkhof raakte in verval en werd vervangen door een groenperk met onder meer het monument voor de Boerenkrijg en het monument voor de gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog.

Historiek

Van de oorspronkelijke wellicht houten kerk, opgericht door de abdij van Corbie, werden nog geen sporen teruggevonden. Van de eerste stenen kerk bleven daarentegen vier zuilen bewaard, namelijk de vier zuilen aan de westzijde van het schip; ze zijn opgebouwd uit vrij kleine natuurstenen blokken en klimmen vermoedelijk op tot begin 14de eeuw. In 1494 stortte de toenmalige toren, tevens belfort en schuilplaats, in. Circa 1500 begon de wederopbouw met een rijzige, laatgotische spits van 40 meter en vier zijtorentjes. Ook de vier zuilen aan de oostkant van het schip dateren wellicht uit deze periode, namelijk begin 16de eeuw, toen naast de heropbouw van de toren ook dringende herstellingswerken werden uitgevoerd. In 1728-1733 werd de kerk in haar geheel 'gerestaureerd'. De toren werd in 1765 getroffen door blikseminslag; de hoge spits brandde af en werd volgens plannen van bouwmeester Egidius Culp en een kloosterling van Postel vervangen door een lage kap, die heden nog het typische uitzicht aan de Molse toren geeft.

In de 18de eeuw werd het interieur verfraaid in late barokstijl. Circa 1850 was de kerk te klein geworden voor de groeiende gemeenschap en bovendien was ze in vrij slechte staat, zodat beslist werd een nieuwe kerk te bouwen naar ontwerp van de provinciale architect E. Gife. De hoger vernoemde zuilen en de toren werden in het nieuwe ontwerp geïntegreerd; de muren en het dak werden volledig afgebroken. Overeenkomstig de tijdsgeest werd geopteerd voor een neogotische constructie met gebruik van typische 19de-eeuwse materialen: geschilderd pleisterwerk voor muren en gewelven en gietijzer voor de venstermonelen. Het bestaande meubilair werd grotendeels gerecupereerd en aangevuld met nieuw neogotisch materiaal. Reeds in 1853 werd de vernieuwde en vergrote kerk in gebruik genomen; ze werd ingewijd in 1857. In een eerste fase van een algemene restauratie werd de toren opgeknapt in 1998-1999 naar ontwerp van Groep Infrabo.

Beschrijving

Parochiekerk Sint-Pieter en Pauwel

De georiënteerde bakstenen constructie onder leien bedaking in neogotische stijl werd circa 1850 gebouwd naar ontwerp van E. Gife, en heeft een geïntegreerde toren in Kempische baksteengotiek. De plattegrond vertoont een basilicale aanleg met een ingebouwde gotische westtoren, een driebeukig schip van vijf traveeën, een transept van twee uitspringende travee met vlakke sluiting en een koor van twee rechte traveeën met driezijdige sluiting. In de oksels van transept en koor bevinden zich de bergplaats en de sacristie. De oude sacristie is heden de Taborkapel.

De massieve westtoren in Kempische baksteengotiek telt vijf geledingen met verjongende haaks op elkaar gestelde steunberen, versierd met hogels en pinakels, onder een stompe octogonale torenkap. Het algemene uitzicht wordt verlevendigd door banden en hoekblokken van ijzerzandsteen in de onderste geledingen en van witte zandsteen in de hogere geledingen. In het verdiept spitsboogportaal zit de korfboogdeur welke wordt bekroond door een spitsbogig doksaalvenster. De nagenoeg blinde middengeledingen worden afgelijnd door boogfriezen, terwijl de bovenste geleding gemarkeerd wordt door gekoppelde spitsbogige galmgaten. Aan de noordzijde bevindt zich een polygonaal uitspringende traptoren.

Het schip, het transept en het koor vertonen een homogeen neogotisch uitzicht met sobere spitsboogvensters voorzien van gietijzeren monelen, ritmerende, versneden steunberen en aflijnende baksteenfriezen. In de koorgevel zit een grafsteen ingewerkt.

Interieur

Het bepleisterd en beschilderd interieur wordt gekenmerkt door de spitsboogarcade op zandstenen zuilen met koolbladkapiteel. De kruisribgewelven komen neer op colonnetten. In het koor zit een straalgewelf. De bovenlichten zijn uitgerust met een triforium.

Mobilair
  • Beeldhouwkunst
    • beeldengroepen Sint-Anna-ten-drieën en Sint-Jozef met Kind, eind 17de eeuw, steen, Artus Quellin de Oude
    • houten heiligenbeelden, Jacobus Van der Neer, tweede helft 18de eeuw: de Heiligen Antonius, Barbara (1769), Brigitta (1772), Franciscus (1773), Johannes Nepomucenus (1770), Onze-Lieve-Vrouw, Heilige Petrus, Piëta (1770), Rochus (heden een 19de-eeuws beeld van atelier Peeters te Turnhout) en Sebastiaan
    • lijk van Sint-Franciscus van Assisi, circa 1898, hout en ivoor, Ch. de Tombay
    • gekleed beeld van Onze-Lieve-Vrouw met Kind, gepolychromeerd hout, kleding recent, 19de-eeuws
  • Schilderijen
    • diverse taferelen uit het leven van Jezus, Vlaamse School, 17de eeuw
    • doopsel van de Heilige Prisca, W. Herreyns, 1779
    • bewening van Jezus, J. Van Hoecke, midden 17de eeuw
    • zes voorstellingen van heiligenbustes, Vlaamse School, 18de eeuw
    • Tenhemelopneming van Maria, Van der Jeucht, 1775
  • Meubilair
    • neogotisch hoofdaltaar ontworpen door architect J. Helleputte, uitgevoerd door het Leuvense atelier B. Van Uytvanck als retabelaltaar met voorstellingen uit het leven van Jezus, eik en steen, circa 1888-1892, geschilderde luiken door E. Wante van 1898, zie signatuur
    • laatbarok noordelijk portiekaltaar toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw, gemarmerd hout, tweede helft 18de eeuw
    • laatbarok zuidelijk portiekaltaar toegewijd aan het Heilig Kruis, gemarmerd hout, tweede helft 18de eeuw
    • eiken koorgestoelte, tweede helft 18de eeuw en marmeren communiebank in rococostijl, 1773, beide door Jacobus Van der Neer, zie ook inscriptie communiebank
    • preekstoel met medaillons van de evangelisten, eik, 1866, H. Peeters-Divoort (Turnhout)
    • zes eiken biechtstoelen, evenals binnendeuren en lambrisering vervaardigd door Andreas De Swert (Meerhout), 1769-1785
    • doksaal met 18de-eeuwse orgelkast, eik
    • orgel met kern van 1603 door de Mechelaar Balthazar Rutgeers, doch naderhand diverse malen hersteld en vergroot
    • balustrade door H. Peeters-Divoort, 1866
    • arduinen doopvont met koperen deksel en smeedijzeren hefarm, tweede helft 17de eeuw
    • diverse gedateerde glasramen uit eind 19de eeuw en begin 20ste eeuw van het atelier Stalins-Janssens (Antwerpen), gerestaureerd door het atelier De Neve (Aalst) in 1990: in de zuid-dwarsbeuk vier taferelen uit het leven van Sint-Paulus, in de noord-dwarsbeuk vier taferelen uit het leven van Sint-Petrus; in het hoogkoor en in het schip een aantal heiligenfiguren, meestal gekozen door de schenkers; de goudkleurige wimbergmotieven met koolbladeren die de meeste figuren bekronen en de architecturale elementen in de glasramen integreren deze ramen goed in de neogotische ruimte
    • glasraam van J. Weygantt in de Taborkapel (begin jaren 1980)
Boerenkrijgmonument

Het boerenkrijgmonument, van de hand van de Gentse beeldhouwer Aloïs De Beule, werd opgericht in 1898 naar aanleiding van 100 jaar Boerenkrijg. Het bestaat uit een bronzen beeldengroep op een arduinen voetstuk, verwijzend naar het tragische verloop van de strijd: de piramidale structuur vertoont twee opgejaagde brigands die met de rug tegen een gebroken eik staan, waaraan een veldkapelletje hangt met een gekruisigde Christus; de ene figuur, vaandeldrager, is gekwetst, in de gelaatsuitdrukking van de andere, gewapend met een hooivork, is woede en vertwijfeling te lezen; het verzet is gebroken, alleen de jonge scheut aan de oude eik brengt de nog levende hoop in beeld.

Monument voor de gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog

Het monument voor de gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog is gelegen ten oosten van de kerk, tegen het koor. In 1919 werd in Mol beslist een gedenkteken voor de gesneuvelden van de oorlog op te richten; hiertoe werd in 1920 een wedstrijd uitgeschreven. Van de tien inzendingen werden er drie weerhouden; uiteindelijk werd het werk van Floris de Cuijper bekroond. Architect Emiel Van Averbeke was verantwoordelijk voor het arduinen voetstuk en de achterwand. De bronzen beeldengroep met signatuur Floris de Cuyper en opschrift "Fonderie d'Art / Corban / Bruxelles" werd ingehuldigd in 1922; een eenvoudige Kempische vrouw, gehuld in kapmantel, legt in gezelschap van haar dochtertje bloemen neer voor haar gesneuvelde echtgenoot. Het monument bevond zich voorheen op het Laar, zie oude prentkaart, en werd in 1973 naar hier overgebracht.

  • Beschermingsdossier DA002268, Mol - Markt (S.N., 2000, digitaal dossier).

Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Pieter en Pauwel [online], https://id.erfgoed.net/teksten/160467 (geraadpleegd op ).


Parochiekerk Sint-Pieter en Pauwel ()

Georiënteerde neogotische kruisbasiliek van 1852-1853 met geïntegreerde laatgotische toren van circa 1500, gelegen ten oosten van de Markt, net achter het voormalige gemeentehuis. Het oorspronkelijk omringende kerkhof raakte in verval na de ingebruikneming van de begraafplaats in de Collegestraat in 1812; de kerkhofmuur werd reeds in 1817 gesloopt, doch in 1863 aan de Graaf de Broquevillestraat tijdelijk vervangen door een neogotisch ijzeren hek, uitgevoerd door de Molse smid J. Frison; heden groenperk met onder meer monument voor de Boerenkrijg en schandpaal; een aantal oude grafstenen werd overgebracht naar de begraafplaats in de Collegestraat; sedert 1969 wordt er begraven op de nieuwe begraafplaats, Kruisven.

Historiek

Van de oorspronkelijke wellicht houten kerk, opgericht door de abdij van Corbie, werden nog geen sporen teruggevonden; van de eerste stenen kerk bleven daarentegen vier zuilen bewaard, namelijk de vier zuilen aan de westzijde van het schip; ze zijn opgebouwd uit vrij kleine natuurstenen blokken en klimmen vermoedelijk op tot begin 14de eeuw. In 1494 stortte de toenmalige toren, tevens belfort en schuilplaats, in; circa 1500 begon de wederopbouw met een rijzige, laatgotische spits van 40 meter en vier zijtorentjes; ook de vier zuilen aan de oostkant van het schip dateren wellicht uit deze periode, namelijk begin 16de eeuw, toen naast de heropbouw van de toren ook dringende herstellingswerken werden uitgevoerd. In 1728-1733 werd de kerk in haar geheel "gerestaureerd"; de toren werd in 1765 getroffen door blikseminslag; de hoge spits brandde af en werd volgens plannen van bouwmeester Egidius Culp en een kloosterling van Postel vervangen door een lage kap, die nu nog het typische uitzicht aan de Molse toren geeft. In de 18de eeuw werd het interieur verfraaid in late barokstijl.

Circa 1850 was de kerk te klein geworden voor de groeiende gemeenschap en bovendien was ze in vrij slechte staat, zodat beslist werd een nieuwe kerk te bouwen naar ontwerp van de provinciale architect E. Gife; de hoger vernoemde zuilen en de toren werden in het nieuwe ontwerp geïntegreerd; de muren en het dak werden volledig afgebroken. Overeenkomstig de tijdsgeest werd geopteerd voor een neogotische constructie met gebruik van typische 19de-eeuwse materialen: geschilderd pleisterwerk voor muren en gewelven en gietijzer voor de venstermonelen. Het bestaande meubilair werd grotendeels gerecupereerd en aangevuld met nieuw neogotisch materiaal. Reeds in 1853 werd de vernieuwde en vergrote kerk in gebruik genomen; ze werd ingewijd in 1857. In een eerste fase van de nu voorziene algemene restauratie werd de toren opgeknapt in 1998-1999 naar ontwerp van Groep Infrabo.

Beschrijvin

g

Georiënteerde bakstenen constructie onder leien bedaking in neogotische stijl naar ontwerp van E. Gife, van 1850, met geïntegreerde toren in Kempische baksteengotiek. De plattegrond vertoont een basilicale aanleg met ingebouwde gotische westtoren, een driebeukig schip van vijf traveeën, een transept van twee uitspringende travee met vlakke sluiting en een koor van twee rechte traveeën met driezijdige sluiting. In de oksels van transept en koor: bergplaats en sacristie, oude sacristie heden Taborkapel.

Massieve westtoren van vijf geledingen met verjongende haaks op elkaar gestelde steunberen, versierd met hogels en pinakels, onder stompe octogonale torenkap; het algemene uitzicht wordt verlevendigd door banden en hoekblokken van ijzerzandsteen in de onderste geledingen en van witte zandsteen in de hogere geledingen. Verdiept spitsboogportaal, waarin korfboogdeur bekroond door spitsbogig doksaalvenster. De nagenoeg blinde middengeledingen worden afgelijnd door boogfriezen, terwijl de bovenste geleding gemarkeerd wordt door gekoppelde spitsbogige galmgaten. Polygonaal uitspringende traptoren aan noordzijde. Toren sedert 1979 ingericht als museum voor religieuze kunst en beiaardmuziek, zogenaamd "Torenmuseum".

Schip, transept en koor vertonen een homogeen neogotisch uitzicht met sobere spitsboogvensters voorzien van gietijzeren monelen, ritmerende, versneden steunberen en aflijnende baksteenfriezen; koorgevel met ingewerkte grafsteen.

Interieur

Bepleisterd en beschilderd interieur met spitsboogarcade op zandstenen zuilen met koolbladkapiteel. Kruisribgewelven neerkomend op colonnetten; straalgewelf in het koor; bovenlichten met triforium.

Mobilair. Beeldhouwkunst: beeldengroepen Sint-Anna-ten-drieën en Sint-Jozef met Kind, eind 17de eeuw, steen, Artus Quellin de Oude; houten heiligenbeelden, Jacobus Van der Neer, tweede helft 18de eeuw; lijk van Sint-Franciscus van Assisi, circa 1898, hout en ivoor, Ch. de Tombay; gekleed beeld van Onze-Lieve-Vrouw met Kind, gepolychromeerd hout, kleding recent, 19de-eeuws.

Schilderijen. Diverse taferelen uit het leven van Jezus, Vlaamse School, 17de eeuw; Doopsel van de Heilige Prisca, W. Herreyns, 1779; Bewening van Jezus, J. Van Hoecke, midden 17de eeuw; zes voorstellingen van heiligenbustes, Vlaamse School, 18de eeuw; Tenhemelopneming van Maria, Van der Jeucht, 1775.

Meubilair. Neogotisch hoofdaltaar ontworpen door architect J. Helleputte, uitgevoerd door het Leuvense atelier B. Van Uytvanck als retabelaltaar met voorstellingen uit het leven van Jezus, eik en steen, circa 1888-1892, geschilderde luiken door E. Wante van 1898, zie signatuur; laatbarok noordelijk portiekaltaar toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw, gemarmerd hout, tweede helft 18de eeuw; laatbarok zuidelijk portiekaltaar toegewijd aan het Heilig Kruis, gemarmerd hout, tweede helft 18de eeuw. Eiken koorgestoelte, tweede helft 18de eeuw en marmeren communiebank in rococostijl, 1773, beide door Jacobus Van der Neer, zie ook inscriptie communiebank. Preekstoel met medaillons van de evangelisten, eik, 1866, H. Peeters-Divoort (Turnhout). Zes eiken biechtstoelen, evenals binnendeuren en lambrisering vervaardigd door Andreas De Swert (Meerhout), 1769-1785. Doksaal met 18de-eeuwse orgelkast, eik; orgel met kern van 1603 door de Mechelaar Balthazar Rutgeers, doch naderhand diverse malen hersteld en vergroot; balustrade door H. Peeters-Divoort, 1866. Arduinen doopvont met koperen deksel en smeedijzeren hefarm, tweede helft 17de eeuw. Diverse gedateerde glasramen uit eind 19de eeuw en begin 20ste eeuw van het atelier Stalins-Janssens (Antwerpen), gerestaureerd door het atelier De Neve (Aalst) in 1990; glasraam van J. Weygantt in de Taborkapel (begin jaren 1980).

  • Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Monumenten & Landschappen, Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg Antwerpen, Monumenten en Landschappen, Beschermingsdossiers A/0681 en A/1465/1.
  • BERGHMANS J. & VANHOOF S., Sint-Pieter en Pauwelkerk Mol, sine loco, sine dato.
  • JANSEN J., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen, Provincie Antwerpen, Kanton Mol, Brussel-Antwerpen, 1975, 45-47.
  • JORIS R., Het oude kerkhof uit 1812 in de Collegestraat, in Molse Tijdingen, V, 1997, 24-31).
  • MAES K. en andere, Joris Helleputte. Architect en politicus 1852/1925. Deel II: Oeuvrecatalogus, Leuven, 1998, 221-222.
  • VOS P., Molse pastoors: Pastoor Van Roey, in Molse Tijdingen, III, 1995, 100-117.

Bron: KENNES H. & STEYAERT R. 2002: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Mol, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n5, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Pieter en Pauwel [online], https://id.erfgoed.net/teksten/52686 (geraadpleegd op ).