Half vrijstaand burgerhuis in nieuwe zakelijkheid, gebouwd in 1934 door de industrieel Jozef Helsen naar ontwerp van de Brusselse architect E.(?) Anciaux. Bouwaanvraag van 1933; op het kadaster ingetekend in 1935 op een voorheen onbebouwd perceel. Naderhand in gebruik als kantoorgebouw, heden leegstaand. Deze functiewijziging veroorzaakte geen ingrijpende wijzigingen.

Onderkelderde, L-vormige bakstenen constructie met zware betonnen fundamenten, aan westzijde palend aan een gekasseide doorgang met aansluitende diepe tuin. Vier traveeën en twee tot drie bouwlagen onder complex schilddak (nok loodrecht op straat, mechanische pannen) met eenvoudige eigentijdse dakkapellen; de uitbouw rechts op het dak bevat de technische installatie van de later ingebrachte liftkoker.

In hoogte verspringende en met gele baksteen beklede lijstgevels: typisch verspringende volumes met onder meer erker in de tweede travee en verhoogde, torenvormige hoektravee onder plat dak. Metselwerk gemarkeerd door afwisselend liggend en staand verband, laatstgenoemde voor onder meer plint en borstweringen. Grote rechthoekige vensters met bewaarde stalen ramen en arduinen lekdrempels; betraliede keldervensters. Breed overluifelde rechthoekige, heden glazen deur; de oorspronkelijke deur bleef in de kelder bewaard. De erkerplaat en deurluifel zijn uitgevoerd in beton en afgewerkt in simili. De gevelhoge glaspartij in de vierde travee heeft een zuiver esthetische functie en verlicht enkel twee kleine vertrekken en niet de trapkoker zoals normaliter mag verwacht worden.

Geknikte westelijke zijgevel van drie traveeën met zij-ingang; houten ramen. Achtergevel en uitbouwen onder schilddak (n loodrecht op straat) met parement van rode machinesteen, lateien van gele baksteen. Tegen de achtergevel: terras met steektrap en buisleuning; aansluitend siertuin cirkelvormig perk, fontein, originele onderkelderde garage en betonnen tuinhuisje met imitatie van knoestig hout.

De oorspronkelijke plattegrond, gevoegd bij de bouwaanvraag, vertoont rechts vooraan een portaal met aansluitend de hal met trap naar de bovenverdieping en achteraan de ontbijtruimte en "office"; links liggen de woonkamer en de eetkamer. In het achtergebouw bevinden zich onder meer de keuken, het meidenkwartier en een overdekt terras; ook de tuinaanleg werd op het plan voorzien.

Gaaf bewaard interieur in nieuwe zakelijkheid met als dominante een monumentale centrale traphal waarrond de vertrekken werden gegroepeerd; zenitale verlichting door middel van een rechthoekig daklicht met reliëfglas; ruime bordestrap en per verdieping aansluitende zwevende galerijen met afgeronde hoek, lage borstweringen en metalen buisleuningen. De sober bepleisterde en beschilderde vertrekken zijn voorzien van plafonds met eenvoudig lijstwerk, overschilderde deuren in fineer, marmeren venstertabletten, eikenhouten parketvloeren in woon- en slaapkamers, heden meestal met vasttapijt; meidenkamer met plankenvloer. Op de begane grond werden de oorspronkelijk lambriseringen in fineer verwijderd, ze bleven evenwel in de kelder bewaard. Zwart-marmeren haard in de voormalige biljartkamer, zwart-marmeren lambrisering en rood-marmeren vloer in de hal. Badkamer met inrichting uit de jaren 1950.