Voorheen horend bij nummer 34, omstreeks de eeuwwisseling gesplitst. Enkelhuis van twee traveeën en twee à drie bouwlagen onder pseudo-mansardedak (nok parallel aan de straat, kunstleien), van circa 1900, ingetekend op het kadaster in 1901.

Beschilderde bakstenen lijstgevel, versierd met verdiepte en uitspringende muurvlakken. Inkomtravee met bewaard tegeltableau met bloemmotieven; rechthoekig bovenvenster onder ijzeren latei met rozetbouten. Hoger opgetrokken venstertravee in risaliet, op de verdieping gemarkeerd door driezijdige houten erker onder leien lessenaarsdak; hogerop halfcirkelvormig drielicht; bekronende, arduinen topstukken op de hoeken.

Begane grond met recent vernieuwde winkelpui. Vormt heden samen met de nummers 32 en 34 één winkelpand, waarbij de eigenheid van elk pand werd gerespecteerd.

Interieur met oorspronkelijke indeling: op de begane grond een enfilade van drie leefruimten met hoge plafonds, meerdelige tussendeuren en plankenvloeren. Gang met cementtegelvloer, gemarmerde lambrisering en houten bordestrap.