Voormalig karmelietessenklooster (1663-1702), sedert 1850 school van de zusters van Gijzegem. De karmelietessen kwamen naar Mol in 1663; in de periode 1665-1670 werd een nieuw klooster gebouwd omringd met "vesting en wal", zodat het in onzekere tijden kon gebruikt worden als schans; de toegang werd beveiligd door een ophaalbrug. Overblijfselen van de omgrachting zijn nog te vinden in de tuin. Bij het complex hoorde ook een kapel met jaartal 1669 in de zuidelijke zijgevel, verwijzend naar het bouwjaar. Reeds in 1704 vertrokken de karmelietessen naar Aartselaar.

In de periode 1727-1730 werd hun klooster tijdelijk ingenomen door de paters discalsen (ongeschoeide karmelieten); in 1730 verkocht aan baron R. van Leefdael; eind 18de eeuw gesplitst in meerdere woningen met diverse eigenaars; vanaf 1850 (klooster, hof en beemden over de Nete) en 1854 (oostvleugel) overgenomen door de zusters van Gijzegem, die er een klein hospitaal inrichtten; vermits dit hospitaal onvoldoende middelen van bestaan bood, werden er ook klassen ingericht; heden is het geheel uitgegroeid tot een modern scholencomplex met bewaarde kloostervleugel en kapel, geïntegreerd in het gebouwenbestand van de tweede helft van de 20ste eeuw.

Voormalig kloostercomplex op U-vormige plattegrond, gelegen ten oosten van de geplaveide speelplaats. L-vormige, in kern traditionele kloostervleugel, heden voorzien van een met schijnvoegen gecementeerde lijstgevel, vijf + negen traveeën en twee bouwlagen onder L-vormig leien zadeldak.

Het monotone grijs van de cementlaag wordt verlevendigd door witgeschilderde muurbanden en vensteromlijstingen, donkergrijs geschilderde muurankers en rood geschilderd voegwerk; de beschildering van het voegwerk is nog te onderscheiden net onder de aflijnende houten kroonlijst op klossen. Voorts eenvoudige rechthoekige vensters en deurtje in fraaie rococo-omlijsting van arduin.

Bakstenen achtergevel gemarkeerd door ankers met krulspie, steigergaten en gewijzigde rechthoekige muuropeningen, ten dele gedicht. Inwendig volledig aangepast aan de huidige schoolfunctie. Winter 2000-2001: renovatie met onder meer vernieuwing van schrijnwerk.

De zuidvleugel van het complex wordt gevormd door de kapel die op het einde van de jaren 1960 een nieuw bakstenen parement kreeg, zodat het jaartal 1669 niet meer zichtbaar is. Deze werken werden uitgevoerd naar ontwerp van R. Van Steenbergen van 1969. Heden sobere constructie onder steil leien zadeldak met vierkant klokkentorentje. Westelijke tuitgevel van drie traveeën, geritmeerd door eenvoudige steunberen waartussen smalle steekboogvensters werden uitgespaard; dito centrale deur.

Inwendig grondig aangepast met verlaagd plafond van 1968, houten lambrisering van 1963; bewaarde glasramen, onder meer van 1962 aan zuidzijde ter vervanging van een tijdens de oorlog vernield glasraam, gesigneerd J. Michiels delin./ Calders fecit; aan noordzijde van 1897.