Teksten van Hotel Casino van de glasfabriek

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/52843

Hotel Casino van de glasfabriek ()

Het Casino maakt deel uit van de site van de glasfabriek "Compagnie Internationale pour la Fabrication Mécanique de Verre (F.M.V.)". Rond de glasfabriek, gebouwd vanaf 1923, werd een cité voor arbeiders, bedienden en lager kader gebouwd en "het park" met villa’s voor directie en hoger kader. In 1925 ontwierp architect Louis Sauvage het "casino", als "fabriekshotel" om de vele gespecialiseerde Waalse arbeidskrachten logies te verstrekken met tevens een "cercle privé voor directie en kaderleden.

Situering

Na Wereldoorlog I ontstond de "Compagnie Internationale pour la Fabrication Mécanique de Verre (F.M.V.)" die de Amerikaanse werkwijze Libbey-Owens voor de fabricatie van glas zou uitbaten in een contractueel vastgelegd aantal nieuwe Europese vestigingen onder meer in Mol-Gompel, ideaal gelegen op het kruispunt van een kanaal en een spoorweg; andere vestigingen kwamen er in St.-Etienne in Frankrijk, Barcelona in Spanje, Venetië in Italië, Moutier in Zwitserland en Gelsenkirchen in Duitsland.

In 1920 kocht de maatschappij "Glaver" (Glaces et Verres) 73 hectare bos, heide en zandbergen in Gompel-Oost, gelegen langs de kiezelweg naar Mol-Wezel en het kanaal Dessel-Kwaadmechelen. Op deze gronden kwam een fabrieksgebouw met bijhorende cité voor arbeiders, bedienden en lager kader en "het park" met villa’s voor directie en hoger kader; De namen van de nieuw aangelegde straten verwijzen naar de plaatsen van de andere Europese glasfabrieken (Barcelonalei, St.-Etiennelei, Venetiëlei, Moutierlaan) en naar de uitvinders/herwerkers van het productieprocedé (Owenslei en Colburnlei).

De eerste steen van de Gompelse fabriek werd gelegd in 1921 en de productie werd gestart in 1923, aansluitend volgde in de onmiddellijke omgeving de aanleg van een woonwijk ten behoeve van het personeel. De fabriek werd reeds in 1926 aanzienlijk uitgebreid doch deels vernield in de Tweede Wereldoorlog, gevolgd door wederopbouw vanaf 1947.

Door de fusie met Univerbel in 1960 ontstond "Glaverbel". Sinds 2002 behoort de glasfabriek tot de Japanse Asahi Glass Corporation en werd ze in 2007 herdoopt tot AGC Flat Glass Europe, een modern industrieel complex met beeldbepalende inplanting van functionele gebouwen. Het administratief gebouw aan de Colburnlei vormt een tegenhanger van het casino, in de as van de Barcelonalei en behoort –op de bovenverdieping na- nog tot de oorspronkelijke gebouwen van de glasfabriek evenals het labo, een watertoren en een deel van de betonnen vergaarbakken van het vroegere kolenpark, heden in gebruik als decantatiebakken voor water.

In 1976 werd de volledige woonwijk verkocht: het onderhoud werd te duur, de verplichte wachtdienst voor ovenpersoneel werd minder rigoureus en het fenomeen van cités was verouderd. Bijna alle bewoners kochten met recht van voorkoop hun eigen woning waarna bij onderhouds- en aanpassingswerken door het individualisme de vroegere uniformiteit verdween en inherent hieraan een deel van de specifieke charme van de cité.

Het "Casino"

Bij de wijk hoorde een "Casino" opgetrokken als "fabriekshotel"” om de vele gespecialiseerde Waalse arbeidskrachten logies te verstrekken met tevens een "cercle privé" voor directie en kaderleden; vrij snel was het ook het centrum voor het rijke verenigingsleven van de cité. Het imposante pand in art-decostijl werd op het kadaster ingetekend in 1926, het is gesitueerd aan de Owenslei, in de as van de Barcelonalei met gezicht op het nog bestaande oorspronkelijke kantoorgebouw van de glasfabriek in de Colburnlei. De plannen van het Casino, gedateerd 1925, werden opgemaakt door architect Louis Sauvage (zie studie van E. Engelen).

Het fenomeen feest-, theater- en danszaal ontstond in de negentiende eeuw in het specifieke socio-economische en culturele klimaat waarin vrijetijdsbesteding niet alleen een privilegie was voor de gegoede klasse maar ook toegankelijk werd voor de brede lagen van de bevolking. De naam "Casino" verwijst naar het type van het casino-kursaal dat met luxueuze theater- en feestzalen een belangrijk gebouw was in de burgerlijke ontspanningscultuur van badplaatsen en kuuroorden, het tegenwoordige equivalent van dergelijke casino’s is een “clubhouse” of “guesthouse”.

Ook andere grote industriële vestigingen in de streek beschikten over een dergelijk casino: Vieille Montagne (lood en zink), Fabriek Overpelt (metaal en chemie), Olen (Union Minière) en de Limburgse mijnen. Deze casino’s dienden als ontmoetingsplaatsen in de cité en kaderden binnen de strategie van de directies om het werk in het bedrijf en de mijn aantrekkelijk te maken en om de vrije tijd van het personeel in goede banen te leiden. Tegelijkertijd vergrootte de ontplooiing van sport en cultuur het prestige van de bedrijven.

Architecturaal maakte voor danszalen in het algemeen het Romeinse basilicatype school: een centrale, ten opzichte van de zijdelingse zuilengaanderijen verzonken dansvloer, met aan de ene smalle zijde het podium en aan de andere zijde een in- en uitgang. Dit grondplan blijft min of meer aangepast –onder meer weglating van de zijdelingse zuilengalerijen omwille van de zichtbaarheid- populair tot in het midden van de twintigste eeuw. De feestzaal van het Gompelse casino met hal, theaterzaal met verdiepte vloer en podium achteraan, sluit aan bij deze bouwtraditie. Volgens C. Vanistendael zijn dans- en variétézalen die in min of meer oorspronkelijke staat behouden bleven uitermate uitzonderlijk.

Beschrijving van het casino
EXTERIEUR

Heden (2009-2010) leegstaand, onderkelderd en symmetrisch opgetrokken pand met verhoogde begane grond en twee bouwlagen onder een complexe bedaking van mechanische pannen samengesteld uit halve mansardedaken voor de voorbouw en zadeldaken achteraan. Baksteenbouw met sterk decoratief benadrukte voorbouw en aansluitende sobere achterbouw, deels behouden schrijnwerk. In het interieur bevindt zich centraal een ruime hal met een aansluitende feestzaal onder een koepel van ijzer en glas.

Decoratief uitgewerkte voorbouw met verspringende gevellijn van zeven traveeën breed en een travee diep op een plint van breuksteen, opvallende verwerking van gekleurde baksteen en witgeschilderde muurdammen, gebruik van hardsteen voor sluitstenen, enkele omlijstingen en vensterdorpels.

Benadrukte, licht uitspringende en torenvormige hoektraveeën gemarkeerd door geknikte puntgevels en geblokte hoeklisenen onder een bovenaan opengewerkt tentdak met puntvormige bekroning van zink. Voorts overvloedige, geometrische en decoratieve verwerking van gele baksteen met sterk geaccentueerde, afgelijnde dambordpatronen in de topgevels. Het gelijkvloers wordt geopend met brede, verdiepte rondboogvensters, hogerop zijn er licht getoogde vensters en in de top vensters met kleine, decoratieve roedeverdeling en dito keperboogvormige zijvensters.

Het middendeel van de voorgevel wordt gevormd door een lijstgevel met een uitgewerkte, centrale travee die hoger opgaat met een in- en uitgezwenkt topgeveltje waarin een polygonaal oeil-de-boeuf boven een zware gevelsteen met monogram FMV (Fabrication Mécanique de Verre). Voor de muuropeningen werd een gevarieerde vormgeving aangewend. De benedenverdieping wordt geopend door brede afgekante deuren in de middentraveeën, de zijtraveeën hebben gelijkvormige verdiepte muurvlakken met rechthoekige deuren onder kepervormig bovenlicht en smalle, flankerende rechthoekige vensters gevat in arduinen omlijstingen, decoratieve ijzeren tralies.

De steekboogvormige vensters van de bovenverdieping hebben decoratieve, geometrische ijzeren hekjes, aan de witgeschilderde panelen op de muurdammen zijn ijzeren lichtarmen bevestigd, volgens oude foto’s oorspronkelijk met bolvormige lampen. In het overkragende dak bevinden zich rechthoekige dakkapellen onder tentdakjes met gelijkaardige bekroning als de tentdaken van de hoekrisalieten. Bakstenen bordestrap van zes treden tussen beide hoektorens.

Lange, in hoogte en breedte verspringende achterbouw met sobere bakstenen lijstgevels op gecementeerde plint en met rechthoekige muuropeningen onder meer keldervensters; complexe bedaking met vooraan dakkapellen.

Voortuin met aan de straat resten van de vroegere afsluiting: bakstenen, beschilderde sokkels met hardstenen dekplaat en oorspronkelijk een hardstenen bolvormige bekroning, begin april 2009 alleen nog aanwezig aan de linkerzijde. Centraal gelijkaardige voetstukken met sierlijke, ijzeren lantaarns. De voor de hele wijk karakteristieke betonnen afsluitingen zijn verdwenen. De bomen en struiken in de voortuin werden gekapt in de winter van 2008-2009.

INTERIEUR

Verwaarloosd interieur met op het gelijkvloers centraal de ruime hal en in het verlengde de feestzaal in art deco die beide volledig beschilderd werden in zwart en twee tinten roze in de periode dat hier naar verluidt een disco gevestigd was. Links en rechts liggen een traphal, zijvertrekken en aansluitende dienstlokalen; op de bovenverdiepingen bevinden zich gangen en eenvoudige rechthoekige vertrekken waar vroeger kantoren en slaapkamers ingericht waren, alle met later aangebrachte houten plafonds, het originele schrijnwerk bleef deels behouden op de derde bouwlaag, elders is het vervangen.

Op het gelijkvloers bleven in de representatieve ruimtes de bepleisterde en beschilderde plafonds met eenvoudig lijstwerk en dito balken bewaard, in de hal grotendeels verborgen door het beschadigde vals plafond van zwart beschilderde gyproc (?). Ook de glazen koepel boven de feestzaal was tot voor kort verborgen achter een dergelijk plafond. Rechthoekige binnendeuren en doorgangen in de hal en de zaal in schouderboogvormige omlijstingen.

De rechthoekige hal wordt door pijlers met decoratieve rechthoekige panelen verdeeld in drie beuken, de lambrisering vertoont hetzelfde geometrische paneelwerk. Links en rechts rechthoekige deuren in schouderboogomlijsting omgeven door brede afgekante glaspartijen met rechthoekige roedeverdeling en grotendeels vernield, eveneens roze geschilderd glas. Voorts tegen de zaal aan voormalige vestiaire- /loketruimtes (?): brede steekboogvormige openingen in rechthoekige omlijsting tussen rechthoekige deuren met hoog bovenlicht. Het ijzeren afsluithekken van de inkomdeuren bleven fragmentair, her en der verspreid, bewaard. Feestzaal met verdiepte (dans)vloer met behouden parket en podium omlijst door oorspronkelijk verguld bladwerk.

Rechts traphal met bewaarde slingertrap, de soortgelijke trap achteraan is zwaar beschadigd (leuning losgerukt in maart 2009). Rechthoekige deur met bovenlicht gevat in een brede houten omlijstingen met flankerende vensters en bovenlicht met ruitvormig motief. De beide vertrekken in de torentraveeën behielden de parketvloer, evenals de geprofileerde houten omlijstingen van de brede vierdelige rondboogvensters.

Rechts achteraan, hoger liggende voormalige keuken met behouden granitovloer.

  • Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen, deell 16n5, Turnhout, 2002, 329-337.
  • DE WOLF R., Glaverbel, 78 jaar vensterglas te Mol-Gompel, in: Molse Tijdingen, VIII, 2000, 201-243.
  • DIRIKEN P., Geogids Oosterkempen: Balen, Dessel, Mol, Retie, sine loco, 1992, 94.
  • ENGELEN E., De tuinwijken van Glaverbel Mol. Een studie van landschap, architectuur en bewoners (Licentiaatsverhandeling VUB, 2006-2007).
  • PEETERS S., VAN GOMPEL F.,DE WOLF H., COOYMANS F. & JORIS R., Twaalf eeuwen Gompel. Vijftig jaar parochie, Gompel, 1980.
  • S.N., Isia Isgour 1913-1967, Antwerpen, 2008, Theater Casino, Houthalen-Helchteren, 91-94.
  • S.N., Profiel van Mol, Mol, 1971, 324-325.
  • STEENMEYER R., Ontspanningsgelegenheden (R. BAETENS e.a., Industriële Revoluties in de provincie Antwerpen, Antwerpen, 1984, 369-377).
  • VANISTENDAEL C., De Antwerpse Eldorado – van prestigieuze danszaal tot doordeweekse supermarkt, in M&L, XXVIII/1, januari-februari 2009, 32-48.

Bron: Beschermingsdossier DA002501 (2009)
Auteurs:  Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hotel Casino van de glasfabriek [online], https://id.erfgoed.net/teksten/134946 (geraadpleegd op ).


Hotel Casino van Mol ()

Zogenaamd Casino, opgetrokken als fabriekshotel om Waalse arbeidskrachten logies te verstrekken, tevens "cercle privé" voor directie en kaderleden. Naderhand centrum voor het verenigingsleven van de cité. Heden leegstaand, U-vormig ingeplant en onderkelderd complex in art-decostijl, op het kadaster ingetekend in 1926.

Symmetrisch opgetrokken baksteenbouw met verhoogde begane grond, zeven traveeën en twee bouwlagen onder aaneengesloten, overkragende mansardedaken (nok parallel aan de straat, mechanische pannen). Decoratieve verwerking van gekleurde baksteen en arduin. Benadrukte, torenvormige hoektravee gemarkeerd door geknikte puntgevels en geblokte hoeklisenen onder ten dele opengewerkt tentdak; voorts overvloedige, decoratieve verwerking van gele en witte baksteen met onder meer geometrische en dambordpatronen; verdiepte rondboogpoorten.

Middengedeelte gekarakteriseerd door uitgewerkte, centrale travee; in- en uitgezwenkt topgeveltje met polygonaal oeil-de-boeuf en zware sluitsteen met monogram FMV (Fabrication Mécanique de Verre). Muuropeningen met sterk gevarieerde vormgeving waaronder rechthoekige, steek- en mijterbogige. Interieur met bewaarde slingertrap.

  • Kadaster Antwerpen, Mutatieregisters Mol, schetsen 1926/82.
  • DE WOLF R., Glaverbel, 78 jaar vensterglas te Mol-Gompel, in Molse Tijdingen, VIII, 2000, 206.

Bron: KENNES H. & STEYAERT R. 2002: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Mol, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n5, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hotel Casino van de glasfabriek [online], https://id.erfgoed.net/teksten/52843 (geraadpleegd op ).