Neogotische kruisbasiliek omgeven door een desolate, geasfalteerde parking. Verder ten oosten ligt de pastorie, ten noordoosten een Lourdesgrot en het zogenaamde "Sint-Jozefshofke". Het kerkhof bevond zich niet zoals gebruikelijk rondom de kerk, maar werd van bij aanvang (1918) ingericht langs de spoorlijn op het einde van de Lostraat, op een stuk grond dat ter beschikking werd gesteld door V.M.. Tot dan werden de inwoners van Wezel begraven in Rauw, Balen of Kerkhoven (Lommel, Limburg).
Historiek
Na de oprichting van de parochie Wezel (1898) die zich deels uitstrekte op Mol en deels op Balen, stelde zich het probleem waar de nieuwe kerk zou opgericht worden. Zowel de vooraanstaande advocaat L. Spanoghe-van der Gracht de Rommerswael die zijn eigen gronden ten zuiden van de St.-Jozefslaan vooropstelde, als de betrokken gemeenten en V.M. dat financieel tussenkwam, hadden hun voorkeuren. In 1901 werd een akkoord bereikt en er werd opdracht gegeven aan de provinciale architect J. Taeymans zowel voor de kerk als voor de pastorie plannen te ontwerpen; beide zouden opgetrokken worden op gronden geschonken door V.M. Het ontwerp voor de kerk werd opgemaakt in 1903. De werken werden aangevat in mei 1905, hoewel de eerste steen het jaartal 1904 draagt, waarschijnlijk een gevolg van het "touwtrekken" tussen Balen en Mol inzake de financiële verdeelsleutel. De voorlopige inwijding van zowel kerk als pastorie gebeurde op 25 juli 1906. Beide werden ingetekend op het kadaster in 1907. Plechtige inwijding in 1913.
Beschrijving
De plattegrond ontvouwt een oost-west-georiënteerde kruisbasiliek met een uitspringende, vierkante westtoren, geflankeerd door de "doopvont" links en een zijingang rechts, een schip van vier traveeën, een transept van één travee met vlakke sluiting en een rechthoekig uitspringend, lager koor met vlakke sluiting, gevat tussen twee kleine zijkoren; rechthoekige sacristie ten zuiden en bergplaats ten noorden. Opgetrokken uit baksteen met verwerking van witte natuursteen voor onder meer onderbouw, leien zadel- en lessenaarsdaken.
Vierkante westtoren van drie geledingen onder geknikt tentdak; baksteen met verwerking van witte steen voor onder meer waterlijsten, muurbanden en dek- en hoekstenen; verjongende overhoekse steunberen, voorts lichtgleuven en spitsbogige galmgaten in de bovenste geleding, die afgelijnd wordt door een rij steigergaten. Westgevel geopend door een korfboogdeur in verdiepte spitsboogomlijsting met spitsboognis voor het stenen beeldje van de patroonheilige in het boogveld; hogerop spitsboogvenster. Toren aan noordzijde geflankeerd door de polygonale doopkapel, aan zuidzijde door een driekwartronde traptoren met lichtgleuven en zijportaal. Schip gemarkeerd door horizontaliserende speklagen en eenvoudige, gekoppelde spitsboogvensters. Koor en transept met gelijkaardig uitzicht.
Interieur
Bepleisterd en beschilderd interieur, spitsboogarcade op natuurstenen zuilen met gestileerd kapiteel. Houten tongewelven; troggewelf in sacristie.
Mobilair. Beeldhouwkunst. Houten Onze-Lieve-Vrouwebeeld met Kind met wereldbol en scepter, 17de, 18de eeuw.
Neogotisch meubilair, onder meer altaren, biechtstoelen, preekstoel en koorgestoelte, naar ontwerp van J. Taeymans van 1906; bewaarde glasramen, in het koor van G. Bary (Brussel), in de zijbeuken gesigneerd F. Crickx Bruxelles, in het linker transept gedateerd 1927.
- Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten & Landschappen, Monumenten en Landschappen, Brussel, Archief Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, Plannen.
- Kadaster Antwerpen, Mutatieregisters Mol, schetsen 1907/123.
- Provinciaal Archief Antwerpen, Kerken, plannen 20, Mol-Wezel, dossier 1.
- CLAES G. & MICHIELS J., Brandglasramen in onze Balense kerken, in Heemkundige Kring Balen, driemaandelijks tijdschrift nummer 61, december 1994, 10-16.
- JANSEN J., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen, Provincie Antwerpen, Kanton Mol, Brussel-Antwerpen, 1975, 43-44.
- S.N., Van Weselo tot Wezel. Wezel en zijn geschiedenis, Mol, 1998, 237-256.