Teksten van Museum Mayer van den Bergh

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/5328

Museum Mayer Van den Bergh ()

Museum in neogotische stijl naar een ontwerp door de architect Joseph Hertogs uit 1901, gebouwd in opdracht van Henriëtte Mayer-van den Bergh om er de kunstcollectie van haar overleden zoon ridder Fritz Mayer van den Bergh in onder te brengen. Het huis zogenaamd "De Drij Koningen" is een vrije kopie van de voormalige pastorij van Sint-Walburgis afgebroken in 1884, en van een gevel in de Zakstraat.

Historiek en context

Henriëtte Mayer-van den Bergh (1838-1920) was de weduwe van Emil Mayer (1824-1879), een uit Keulen afkomstige handelaar in specerijen en farmaceutische producten, en een van de belangrijkste zakenlui in Antwerpen. Haar vader, gemeenteraadslid, schepen en senator Jean Félix van den Bergh (1807-1885), afstammeling van een brouwersgeslacht, was eigenaar van de Distillerie & Brasserie La Cloche aan de Oudeleeuwenrui. Ter ere van haar op 43-jarige leeftijd overleden oudste zoon Fritz Mayer van den Bergh (1858-1901), liet de weduwe naast het herenhuis van de familie in de Lange Gasthuisstraat, het Museum Mayer van den Bergh optrekken voor diens collectie kunst en oudheden. Deze was grotendeels samengesteld tussen 1892 en 1901, door veilingaankopen in heel Europa, en omvatte schilder-, beeldhouw- en sierkunst, met als topstuk “De Dulle Griet” door Pieter Bruegel. Het privé-museum opende zijn deuren in 1904, werd overgedragen aan een Raad van Regenten in 1906, en is een stedelijk museum sinds 1951.

Het Museum Mayer van den Bergh, behoort tot het rijpe oeuvre van Joseph Hertogs. Actief van omstreeks 1885 tot zijn overlijden in 1930, geldt hij als een van de meest succesvolle architecten in Antwerpen. Zijn loopbaan in dienst van de vermogende, overwegend liberale mercantiele burgerij, leverde een vijfhonderdtal woningen en openbare gebouwen op. Deze evolueren van eclecticisme en neorenaissance, naar een klassiek geïnspireerde beaux-artsstijl. Omstreeks de eeuwwisseling drukte hij met monumentale bouwwerken als het Hansahuis op de hoek van Suikerrui en Ernest Van Dijckkaai en en Grands Magasins Leonhard Tietz aan de Meir zijn stempel op het Antwerpse stadsbeeld. Tijdens de bouw van het museum, liet Henriëtte Mayer-van den Bergh ook het aanpalende familiehotel door Hertogs renoveren. Hij kreeg tevens opdracht voor de bouw van een rusthuis voor bejaarde echtparen, het Mayerhof in Mortsel. Tussen 1905 en 1910 ontwierp de architect vervolgens in het kader van de vastgoedactiviteiten van de weduwe Mayer-van den Bergh, minstens zeventien burger- en herenhuizen in de betere wijken van de stad, en het handelshuis "Au Printemps" op de hoek van de Leopoldstraat en de Arenbergstraat. De helft van de huizen, negen in totaal, werd gebouwd aan de Markgravelei, en daarvan is er vandaag ook nog een derde bewaard. Van vijf huizen in de nabijgelegen Arthur Goemaerelei, drie gekoppelde woningen en twee symmetrische pendants aan het uiteinde van de straat, werd er één gesloopt. Ook het vermelde handelshuis en drie voorname burgerhuizen in de Van Peltstraat, aan de Mechelsesteenweg en de Belgiëlei verdwenen in de naoorlogse periode.

Architectuur

Met een gevelbreedte van vijf traveeën, omvat het gebouw twee bouwlagen onder een zadeldak met dakkapellen en getrapt aandak (leien, nok parallel aan de straat). Met een getrapte geveltop boven de drie linker traveeën, onderscheidt de lijstgevel zich door een verzorgd parement uit witte natuursteen; het getrapte aandak is opgetrokken uit bak- en natuursteen. De ordonnantie van de hoge pui bestaat uit een geprofileerde korfboogarcade op geringde driekwartzuiltjes. Deze omvat kruiskozijnen en een rechthoekige deur met gebeeldhouwd reliëf in het bovenlicht, waarboven blinde boogvelden waarin gekoppelde spitsboognissen en driepassen als maaswerk, en versierd met halfverheven schilden. Het reliëf in een spiegelbooglijst boven de deur, door de beeldhouwer Jules Weyns uit 1902, verbeeldt de Aanbidding der Wijzen (cf. huisnaam). Op de bovenverdieping, register van een klooster- en kruiskozijnen op een doorlopende druiplijst. De tweeledige, getrapte geveltop van acht treden met overhoeks topstuk, smeedijzeren sierankers en windwijzer, wordt gemarkeerd door verstekte druiplijst en sierankers. Drielicht met lager middenluik in de eerste en rechthoekig luik in de tweede geleding, telkens met een geprofileerde druiplijst op kraagstenen. Fraaie bewerkte houten inkomdeur en vensters met glas-in-loodramen.

De vestibule en traphal, waarin een medaillon met beeltenis van Fritz Mayer Van den Bergh door Louis Dupuis, worden op de begane grond geflankeerd door een enfilade van museumzalen. Deze zijn divers ingericht, deels met originele stukken uit de collectie, deels gereconstrueerd in voornamelijk in neogotiek en Vlaamserenaissance, rijk gelambriseerd met houtsnijwerk, lambriseringen, goudlederbehang, schoorsteenmantels en balkenzolderingen. Andere museumvertrekken in Lodewijk XVI-stijl.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1901#1076.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2017: Museum Mayer van den Bergh [online], https://id.erfgoed.net/teksten/203520 (geraadpleegd op ).


Museum Mayer Van den Bergh ()

Museum Mayer Van den Bergh. In 1901-04 gebouwd door architect J. Hertogs om er de kunstcollectie van Ridder Fr. Mayer Van den Bergh in onder te brengen. Het huis "De Drij Koningen" is een vrije kopie van de voormalige pastorie van Sint-Walburgis (afgebroken in 1884) en van een gevel in de Zakstraat.

Neogotisch enkelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder leien zadeldak met dakkapellen; trapgevel (acht treden + overhoeks topstuk) boven de drie linker traveeën en lijstbekroning boven de twee overige. Eerste bouwlaag geordonneerd met hoge geprofileerde korfboogarcade op geringde driekwartzuiltjes; kruisvensters en deur waarboven gesloten galerij van gekoppelde spitsboognissen met halfverheven beeldhouwwerk en driepassen. Boven de rechthoekige deur, laagreliëf in spiegelbooglijst met voorstelling van de aanbidding der wijzen, geplaatst in 1902. Op de tweede bouwlaag, kruis- en kloosterkozijnen op doorlopende druiplijst waarboven tweeledige top gemarkeerd door verstekte druiplijst en sierankers. Zuidelijke zijtrapgevel. In de inkomhal: medaillon met beeltenis van Fr. Mayer Van den Bergh door L. Dupuis.

Zalen ingericht in diverse stijlen, deels met originele stukken uit de collectie, deels gereconstrueerd in neogotiek, Vlaamse renaissance, Lodewijk XVI; een volledige inventaris van het bezit wordt momenteel samengesteld door het wetenschappelijk personeel van het museum.


Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Museum Mayer van den Bergh [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5328 (geraadpleegd op ).