Teksten van Hotel Della Faille de Leverghem

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/5331

Hotel Della Faille de Leverghem ()

Historiek en context

Classicistisch herenhuis gebouwd in 1789, ter plaatse van het klooster van de Derde Orde, dat werd gesticht in 1354, uitgebreid met een kapel in 1482, opgeheven in 1783 en verkocht in 1786. Bouwheer was Joseph Charles Henri Jean-Népomucène della Faille de Leverghem (Antwerpen, 1754-Antwerpen, 1822), de laatste heer van Coolputte. Hij huwde in 1776 huwde met Catherine de Witte (Antwerpen, 1755-Antwerpen, 1803), wiens familie de heerlijkheid Leverghem bezat. De landeigenaar die in 1816 als jonkheer in de adelstand werd verheven, zetelde tijdens het Holland Bewind van 1815 tot zijn overlijden in 1822 in de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Tussen 1794 en 1795 huisvestte het hotel de 'criminele rechtbank' van het Franse Bewind. Het domein strekte zich oorspronkelijk uit tot de Arenbergstraat, waar jonkheer Della Faille de Leverghem in 1807 twee gekoppelde herenhuizen liet optrekken.

Aangekocht door de Stad Antwerpen in 1907, huisvest het hotel sinds 1911 het Hoger Onderwijsgesticht voor Juffers, een stedelijke normaalschoolschool voor meisjes. Na afbraak van het koetshuis en paardenstallen werd daartoe op de binnenplaats een schoolgebouw in beaux-artsstijl opgetrokken, naar een ontwerp door stadsbouwmeester Alexis Van Mechelen uit maart 1910. Aannemer Arthur Van Rijsseghem uit de Markgravelei kreeg in oktober 1910 de werken bij openbare aanbesteding toegewezen, voor een bedrag van 117.490 Belgische frank. Tegen het begin van het schooljaar 1911 was de nieuwbouw voltooid. In 1913 volgde nog een bescheiden uitbreiding van het schoolgebouw, opnieuw ontworpen door Van Mechelen en uitgevoerd door de aannemer Adolf Roofthooft uit Boom.

Alexis Van Mechelen, stads(hoofd)bouwmeester van 1902 tot zijn overlijden in 1919, is vooral bekend van de Opera aan de Frankrijklei en de Stadsfeestzaal op de Meir die hij in de jaren 1900 realiseerde. Deze gebouwen kenmerken zich door een monumentaal eclecticisme onder invloed van de beaux-artsstijl. Tijdens zijn ambtsperiode ontwierp hij een tiental schoolcomplexen zowel in eclectische (Kasteelstraat), in neo-Vlaamserenaissance-stijl (Grotehondstraat) als in beaux-artstijl (Lamorinièrestraat).

Het complex dat tot 2010 in gebruik was door het stedelijk onderwijsnet, werd in 2015-2017 door de architectenbureaus HUB en Origin gerestaureerd en aangepast aan een nieuwe bestemming, het bedrijvencentrum StartupVillage.

Architectuur

Hotel Della Faille de Leverghem

Volkomen symmetrisch van opbouw, bestaat het laat-18de-eeuwse complex uit een centraal hoofdgebouw dat het eigenlijke hotel huisvest, links en rechts geflankeerd door twee koetspoorten en twee lagere bijgebouwen. Van deze laatste, wellicht oorspronkelijk bedoeld als afzonderlijke woningen, is het linker pand minstens sinds begin jaren 1900 afgesplitst en vandaag samengevoegd met het woon- en handelspand Deckers op de hoek van Arenbergstraat en Lange Gasthuisstraat. Het rechter pand maakt nog steeds deel uit van het complex.

Het hoofdgebouw met een gevelbreedte van zeven traveeën, omvat drie bouwlagen onder een complex schilddak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel rust op een door schijnvoegen belijnde onderbouw uit blauwe hardsteen. Van het bel-etagetype, beantwoordt de opstand van het hotel aan een tweeledig schema, opgebouwd uit de gedrukte, vrijwel blinde, sokkelvormende begane grond, en de bovenbouw met bel-etage en lagere topgeleding in kolossale orde. Axiaal-symmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op het drie traveeën brede middenrisaliet, met een driehoekig fronton als bekroning. Daarvan wordt de bel-etage geaccentueerd door rondboogvensters met een waterlijst op imposten, sluitsteen en balustrade. Oplopende, rechthoekige spaarvelden en lisenen ritmeren de bovenbouw, met registers van rechthoekige vensters op lekdrempels, de borstwering versierd met spiegels of panelen; smeedijzeren parapetten in de zijtraveeën van de bel-etage. Een klassiek hoofdgestel met gelede architraaf, fries en gekorniste houten kroonlijst op klossen vormt de gevelbeëindiging; een oculus gevat tussen spiegels doorbreekt het fronton. Links en rechts, twee zware portieken afgewerkt met een entablement dat doorloopt in de aanpalende bijgebouwen. De hoge rondboogpoort is gevat in een geprofileerde, hardstenen omlijsting met sluitsteen, imposten en neuten, bekroond door een paneel. Vrijwel identieke achtergevel van negen traveeën, gemarkeerd door twee traveeën brede zijrisalieten, en eveneens een middenrisaliet met driehoekig fronton van drie traveeën. Houten poorten en vensterschrijnwerk.

Tot de belangrijkste delen van het interieur behoren de ruime traphal in de noord-oostelijke hoek van het gebouw, met een eenvoudige, mogelijk latere bordestrap, waarvan de trappaal wordt versierd door een monumentale siervaas. Het in scagliola uitgevoerde, zogenaamd marmeren salon centraal op de bel-etage, wordt geritmeerd door Ionische pilasters, en heeft een fraai ingelegd parket.

In de vestibule, opgesteld in een rondboognis, monument voor het Vaderland met opschrift "EER UW VADERLAND! - HONORE TA PATRIE!". Het gebronzeerde plaasteren beeld door Jules Anthone vermoedelijk uit 1919, verbeeldt een allegorische vrouwenfiguur in wapenrusting met de Grondwet en de Belgische Leeuw, geplaatst op een sokkel in marmerschildering. Een groter exemplaar van dit beeld stond in 1919 opgesteld in de Handelsbeurs, ter gelegenheid van de festiviteiten voor de Nationale Feestdag.

De flankerende bijgebouwen met een gevelbreedte van elk drie traveeën, omvatten drie bouwlagen, respectievelijk onder een zadeldak en een plat dak. Bepleisterd en beschilderd, trekken de lijstgevels de opstand van het hoofdgebouw in licht vereenvoudigde vorm door. Eveneens van het bel-etagetype, worden de eerste twee bouwlagen geritmeerd door lisenen, afgewerkt door een klassiek hoofdgestel waarboven de als attiek uitgewerkte topgeleding. De pui van het linker pand is verbouwd.

Normaalschool

Het langgerekte gebouw met gevelbreedte van oorspronkelijk tien bij drie blinde traveeën, omvat drie bouwlagen onder een pannen schilddak. De lagere annex uit 1913 die de aansluiting vormt met het hotel Della Faille de Leverghem, telt twee traveeën, en souterrain en drie bouwlagen onder een plat dak. Ingeplant loodrecht op het rechter bijgebouw van het laat-18de-eeuwse herenhuis, grenst de schoolvleugel aan een gekasseide binnenplaats met oude bomen, en paalt ten zuiden aan de oranjerie van de Kruidtuin.

De opstanden onderscheiden zich door een parement uit witte natuursteen (Euville), op een plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door de zware puilijst, en symmetrisch van opzet, beantwoordt de hoofdgevel aan een tweeledig compositieschema, gemarkeerd door twee hoekrisalieten. De begane grond wordt als sokkel gemarkeerd door bossage en een hoge rondboogarcade tussen rechthoekige portalen, telkens met sluitstenen, opgedeeld door de luifel uit ijzer en glas. Rechthoekige en in de risalieten rondbogige spaarvelden en lisenen in kolossale orde ritmeren de bovenbouw; de risalieten worden bekroond door een attiek met gebogen pseudo-fronton op gekoppelde consoles. Verder regelmatige registers van brede rechthoekige bovenvensters met lekdrempel op consoles. Een houten kroonlijst op klossen vormt de gevelbeëindiging. De zijgevel onderscheidt zich door gekoppelde, kolossale blindnissen met sluitsteen en waterlijst op doorgetrokken imposten, en door een attiekbalustrade. Lagere annex uit 1913 in voortgezette stijl, bovenaan afgewerkt met een klauwstuk. Bewaard houten schrijnwerk van inkomdeuren en vensters.

Volgens de bouwplannen biedt de plattegrond van het oorspronkelijke hoofdvolume op de hoge begane grond ruimte aan de turnzaal met kleedkamers over twee niveaus en een klaslokaal, aan beide uiteinden geflankeerd door traphallen. De eerste verdieping omvat twee zalen voor handwerk en een klaslokaal, en de tweede verdieping twee tekenzalen met bovenlichten in het dak, telkens in enfilade zonder gangen. De annex uit 1913 herbergt sanitair in het souterrain, en een klaslokaal op de drie verdiepingen, ontsloten door een traphal.

  • Stadsarchief Antwerpen, dossiers MA#83426, MA#83597 en 868#105, plannen 697#3830-3834 en 697#4112.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2017: Hotel Della Faille de Leverghem [online], https://id.erfgoed.net/teksten/203524 (geraadpleegd op ).


Hotel Della Faille de Leverghem ()

Classicistisch herenhuis, gebouwd in 1789 door Della Faille de Leverghem, ter plaatse van het voormalige klooster van de Derde Orde; tijdens de Franse overheersing, ingericht als criminele rechtbank; sedert 1911 stedelijke normaalschool. Uitbreidings- en inrichtingswerken werden uitgevoerd in 1913, 1953 en 1964. Centraal gebouw van zeven traveeën en twee bouwlagen onder afgeknot schilddak geflankeerd door poorttravee van één bouwlaag; rechts, aanbouw van drie traveeën en drie bouwlagen in voortgezette stijl. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel op hoge gebosseerde onderbouw; aandacht voor middenrisaliet van drie traveeën onder breed driehoekig fronton waarin oculus en geaccentueerde hoofdverdieping met rondboogvensters en balustrade. De overige rechthoekige vensters zijn ondergebracht in en gescheiden door verdiepte muurvlakken. Entablementbekroning met gelede architraaf, vlak fries en houten kroonlijst op klossen die ook het fronton afsluit. Links en rechts, twee zware portieken in laat-Lodewijk XVI-stijl met lijst- en paneelwerk en rondboogpoort in geprofileerde omlijsting met sluitsteen, imposten en neuten. Vrijwel identieke achtergevel van negen traveeën met licht uitspringende travee één, twee, acht en negen. Gekasseide binnenplaats met prachtige oude bomen.


Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Hotel Della Faille de Leverghem [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5331 (geraadpleegd op ).