Laatclassicistisch burgerhuis volgens de bouwaanvraag uit 1811 opgetrokken in opdracht van Charles Joseph Xavier de Knyff (Antwerpen, 1754-1826), eigenaar van het aanpalende herenhuis. In 1911 liet de weduwe Alfons Scheepers de gevel in beaux-artsstijl verbouwen en verfraaien, met vernieuwing van het dak. Uit de bouwdossiers van 1811 noch 1911, vallen ontwerpers noch aannemers af te leiden.
Rijwoning van drie/twee traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak. De oorspronkelijk vlak bepleisterde en beschilderde lijstgevel, met een naar boven toe verkleinende ordonnantie van rechthoekige muuropeningen op lekdrempels, werd afgewerkt door een mezzanine met tijdens de vroege jaren 1800 vaak voorkomende, amandelvormige venstertjes. De gevelverbouwing uit 1911 betrof het verhogen van de tweede verdieping, het toevoegen van een geblokt parement en geprofileerde plint uit blauwe hardsteen aan de pui, en een gecementeerde bekleding in imitatie-natuursteen en kordonvormende lekdrempels aan de bovenbouw. Een decoratief paneel met driehoekig fronton voorzien van en geflankeerd door guirlandemedaillons, accentueert de middenas van de eerste verdieping, waarvan de vensteromlijstingen zijn versierd met festoenen, en de borstwering met spiegels en guirlandes. De hoge tweede verdieping onderscheidt zich door rechthoekig vierlicht, geritmeerd door pilasters met gecanneleerde basis en alternerend een Ionisch kapiteel. Een klassiek hoofdgestel met guirlandemedaillons op de casementen van de fries en een houten kroonlijst op klossen en tandlijst vormt de gevelbeëindiging. Gebogen smeedijzeren tralies uit 1811 op de begane grond; gietijzeren voetschraper en parapetten.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 838#292 en 1911#1062.