Teksten van Neoclassicistisch herenhuis

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/5369

Neoclassicistisch herenhuis ()

Neoclassicistisch herenhuis, volgens de bouwaanvraag uit 1854 opgetrokken in opdracht van Augustin Louis Jaumar (Amsterdam, 1796-Antwerpen, 1895), echtgenoot van Marie-Antoinette Cambier (Antwerpen, 1796-Antwerpen, 1881). Van beroep was hij dispacheur, schade-expert bij scheepsaverij. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden. Het perceel werd eerder ingenomen door twee traditionele diephuizen uit de tweede helft van de 16de of de eerste helft van de 17de eeuw, het bescheiden linker pand met een rondboogpoort en puntgevel. Het rijkere rechter pand onderscheidde zich door een trapgevel van tien treden met een overhoeks topstuk, een rondboogluik in het drielicht, en een in 1844 verwijderd barokpoortje. Een volgende eigenaar Ernest Auguste Peten (Antwerpen, 1857-Antwerpen, 1936), echtgenoot van Marie Françoise Gabrielle Van Lerius (Antwerpen, 1865-Antwerpen, 1939), liet het pand in 1897 verbouwen door de architect Edmond Leclef. Daarbij werden de tweede koetspoort gedicht, en de vensters van de tweede verdieping met behoud van de omlijstingen hoger geplaatst tot tegen de kroonlijst, vermoedelijk als gevolg van interieuraanpassingen. Voor het eerst verbouwd tot winkelpui in 1927, dateert de huidige indeling van de begane grond uit 1947, ontworpen door de architecten Jos. Gijsen en W. Ozeel.

Voorname rijwoning van vijf traveeën en drie bouwlagen onder een complex schilddak (pannen). De oorspronkelijk bepleisterde en beschilderde, vandaag gecementeerde lijstgevel, maakt overvloedig gebruik van blauwe hardsteen voor de pui, waterlijsten, vensteromlijstingen en consoles. Geleed door de puilijst, beantwoordt de opstand aan een volkomen symmetrisch compositieschema, met de klemtoon op beide uiterste traveeën. De geblokte pui met geprofileerde plint, onderscheidde zich oorspronkelijk in de middenpartij door rondboogvensters en in de uiterste traveeën door omlijste rondboogpoorten met sluitsteen, verdiepte zwikken en gestrekte waterlijst doorlopend in de puilijst. Daarvan is enkel de linker bewaard gebleven. Registers van rechthoekige bovenvensters in geriemde omlijsting met oren, op de bel-etage rustend op doorgetrokken lekdrempels en borstweringen, op de lagere tweede verdieping omlopend met neuten. Op de bel-etage worden de uiterste traveeën geaccentueerd door sluitstenen; in het gevelontwerp is de borstwering uitgewerkt als balustrade met postamenten. Van het klassiek hoofdgestel met architraaf en casementen in de fries, is de houten kroonlijst met tandlijst bewaard, op uitgelengde voluutconsoles in Louis-Philippestijl, gekoppeld op de hoeken.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1854#255, 1844#370, 1897#148, 1927#18204 en 18#23799.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2017: Neoclassicistisch herenhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/203603 (geraadpleegd op ).


Neoclassicistisch herenhuis ()

Neoclassicistische herenwoning van vijf traveeën en drie bouwlagen onder schilddak (Vlaamse pannen) daterend uit het tweede kwart van de 19de eeuw. Eertijds bepleisterde en beschilderde, heden gecementeerde lijstgevel. Later aangepaste benedenvensters; bewaarde brede rondboogpoort in geprofileerde arduinen omlijsting aansluitend bij de gestrekte waterlijst doorgetrokken als brede puilijst. De rechthoekige bovenvensters in geprofileerde hardstenen omlijstingen met oren en neuten. Gevelbeëindiging door middel van een imposante kroonlijst op tandlijst en zware, druk bewerkte consoles.


Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Neoclassicistisch herenhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5369 (geraadpleegd op ).