Burgerhuis in Louis-Philippestijl, waarvoor bouwaanvraag door de heer J. Van Halle uit 1856, opgetrokken in 1857. Volgens een tweede bouwaanvraag uit 1857, werd de vorm van het hoofdgestel nog tijdens de bouw aangepast. Uit geen van beide bouwdossiers vallen ontwerper noch aannemer af te leiden.

Rijwoning van twee traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel met recent verbouwde winkelpui. Horizontaal geleed en regelmatig van opzet, is de opstand opgebouwd uit registers van rondboogvensters in geriemde omlijsting met rolwerksleutel. Een typisch geajoureerde borstwering met bewerkte postamenten accenteert de eerste verdieping. De gevelbeëindiging wordt gevormd door een klassiek hoofdgestel met houten kroon- en tandlijst op uitgelengde, bewerkte voluutconsoles, waartussen casementen. Oorspronkelijk bestond de begane grond uit twee rondboogvensters en een rondboogdeur met ingediepte boogzwikken, afgewerkt met een entablement.