Teksten van Schippersbeurs

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/5381

Schippersbeurs ()

Historiek en context

Beursgebouw in neogotische stijl, opgetrokken als annex van de de Handelsbeurs, naar een ontwerp door stadsbouwmeester Gustave Royers uit 1894. Oorspronkelijke waren de lokalen bestemd als Fondsenbeurs voor wisselagenten. De bouw werd eind januari 1895 bij openbare aanbesteding toegewezen aan de aannemer Victor Merckx-Verellen uit de Rodestraat, die de werken vermoedelijk in de loop van 1896 voltooide. De Fondsenbeurs kreeg die in 1920 een uitbreiding aan de Borzestraat, naar een ontwerp door de bestuurder van de Dienst voor Stadsgebouwen Aristide Bourgeois, opgetrokken door aannemer Louis Van den Bergh uit de De Burburestraat. Pas later vestigde zich hier de Schippersbeurs voor de bevrachting van de binnenscheepvaart, die eind jaren 1990 werd gesloten. Het gebouw maakt samen met de Handelsbeurs en het Hotel du Bois/Banque d’Anvers deel uit van een grootschalig restauratie- en herbestemmingsproject tot luxehotel, in uitvoering sinds 2016 onder leiding van de architectenbureaus ELD Partnership, Stramien en Origin, waarvan de voltooiing gepland is voor 2018-2019. In het nieuwe complex zal de gerestaureerde Schippersbeurs een restaurant huisvesten.

Gustave Royers, die in 1875 is dienst trad bij de stad Antwerpen, stond van 1888 tot 1907 als hoofdingenieur-directeur aan het hoofd van de dienst Werken. In die functie volgde hij Pieter Dens op als stadsbouwmeester. Tot zijn vroegste bouwkundige opdrachten behoort de Jongensschool 1 uit 1881 aan de Kipdorpvest. Later volgden uiteenlopende realisaties als de oranjerie van de Kruidtuin uit 1883, de brandweerkazerne uit 1885 aan het Kipdorp, de vismijn uit 1891 in de Scheldestraat, een twaalftal stadsscholen waaronder de Stedelijke Nijverheidsschool in de Rodestraat en de lagere school op het Stuivenbergplein beide uit 1898, en de ambtswoning van de hoofdhavenmeester uit 1899 aan de Oudeleeuwenrui. Van historische betekenis was het aandeel van Royers in de waterbouwkundige aanleg van de Antwerpse haven tijdens zijn ambtsperiode, met het graven van het Lefebvredok, het Amerikadok, het Eerste Havendok en de bouw van de Royerssluis.

Architectuur

Het complex bestaat uit een smalle voorbouw, één travee breed en drie bouwlagen hoog onder een zadeldak met markante schoorsteen, waarachter zich de beurszaal uitstrekt. Het smalle gevelfront onderscheidt zich door een rijk geornamenteerd parement uit witte natuursteen. Geïnspireerd op de flamboyante gotiek van de vroeg 16de-eeuwse Beurs, is de beeldbepalende erker ontleend aan de kapel van het Steen uit dezelfde periode. Op de begane grond met sokkel: breed korfboogportaal gemarkeerd door omlopende halfzuiltjes en bekronende waterlijstjes met koolbladmotieven die rusten op gebeeldhouwde consoles. Hogerop draagt een polygonale, meerledige en met een koolbladfries versierde console de driezijdige erker van de eerste verdieping. Deze is opgebouwd uit drie spitsboogvensters in geprofileerde drielob onder accoladebogen met koolbladmotieven, kruisbloemen en figuratieve consoles. Op de borstweringen: het Antwerpse stadswapen, geflankeerd door de Mercuriusstaf en cornucopia als symbolen van de Handel. De basis loopt onder de druiplijst door in hangende sluitstenen. Op de tweede verdieping twee vensters in drielob onder een brede, geprofileerde accoladeboog, met in het boogveld een bas-reliëf met voorstelling van schepen, en een kruisbloem als bekroning. De afsluitende attiek is versierd met een drielobbenfries op kraagstenen, gevat tussen postamenten. Het neogotische houten schrijnwerk van het portaal en de vensters is bewaard, inclusief de glas-in-loodramen.

Het neogotische interieur bestaat op de begane grond uit een tweeledige vestibule met gemetselde kruisribgewelven, een de traphal met drielobbogen en bovenlicht uit hout en metaal, en de rechthoekige beurszaal met achterkamer. De beurszaal onderscheidt zich door een merkwaardige ijzeren bekapping in zadeldakvorm afgewerkt met hout, geschraagd door gebogen spanten van gietijzer en geklonken plaatijzer. In de topgewrichtspunten de aanzet van twee gebogen halfspanten; constructie van het bovenlicht met dwarse gebogen spant. In het benedenregister kleinere, gebogen gietijzeren spanten op witte natuurstenen, gebeeldhouwde consoles. Verder weelderige smeedijzeren decoratie met leeuwenkoppen en wapenschilden, een houten lambrisering, en een marmeren mozaïekvloer. Voor de uitbreiding uit 1920 werd de oostwand doorbroken. De bovenverdiepingen van de voorbouw boden volgens de bouwplannen ruimte aan een woning.

  • Stadsarchief Antwerpen, dossiers MA#82503 en MA#83774, plannen 697#2467-2469 en 697#4463-4464.

Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine; Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Schippersbeurs [online], https://id.erfgoed.net/teksten/203568 (geraadpleegd op ).


Schippersbeurs ()

Smal poortgebouw van een travee en drie bouwlagen met witte natuurstenen lijstgevel in neogotische stijl daterend uit vierde kwart 19de eeuw. Begane grond op sokkel met brede korfboogpoort, gemarkeerd door omlopende haltzuiltjes en bekronende waterlijstjes met koolblad motieven, rustend op gebeeldhouwde consoles en centraal doorbroken voor de zware console van de driezijdige erker op de tweede bouwlaag. Drie spitsboogvensters in geprofileerde drielob onder accoladebogen met koolbladmotieven; bekronende kruisbloemen en figuratieve consoles; op de borstweringen: het Antwerpse stadswapen, geflankeerd door de symbolen van de handel; de penanten onder de druiplijst verlengd met hangende sluitstenen. Op de bovenverdieping twee vensters in drielob onder een brede, geprofileerde accoladeboog; in het boogveld bas-reliëf met schepen. Afsluitende attiek met hangende nissen en postamenten.

Interieur: achterliggende, rechthoekige zaal met toegang tot de Handelsbeurs, overdekt met een merkwaardige ijzeren bekapping in zadeldakvorm geschraagd door gebogen spanten van gietijzer en geklonken plaatijzer; in de topgewrichtspunten de aanzet van twee gebogen halfspanten; constructie van het bovenlicht met dwarse gebogen spant; in het benedenregister kleinere, gebogen gietijzeren spanten op witte natuurstenen, gebeeldhouwde consoles. Verder weelderige smeedijzeren decoratie met leenwekoppen en wapenschilden. Gedeeltelijk bewaard neogotisch meubilair.


Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Schippersbeurs [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5381 (geraadpleegd op ).