Laatclassicistisch burgerhuis met dubbelhuisopstand uit het eerste kwart van de 19de eeuw. De koopman Charles Jean Elsen (Antwerpen, 1812-Boechout, 1862), in 1843 gehuwd met Marie Anne Julie Florentine Cateaux (Valenciennes, 1821-Antwerpen, 1911), liet het pand in 1845 verbouwen. De werken betroffen de vensters van de eerste verdieping, die werden verhoogd, doorgetrokken tot op de puilijst en voorzien van gietijzeren borstweringen en een balkon, en het verhogen van de oorspronkelijk lage tweede verdieping. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden. Auguste Peten liet de koetspoort in 1903 aanpassen tot venster. Het pand werd vermoedelijk kort na de Tweede Wereldoorlog met een derde verdieping verhoogd.
Rijwoning van vier traveeën en oorspronkelijk drie bouwlagen onder een zadeldak, vandaag vier bouwlagen onder een plat dak. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel en plint, oorspronkelijk en ook na de verbouwing van 1845 in verkleinende ordonnantie en afgewerkt met een klassiek hoofdgestel. Geleed door de puilijst, legt de compositie de klemtoon op de gedesaxeerde portaaltravee. Deze wordt gemarkeerd door de rechthoekige, laatclassicistische koetspoort, gevat in een geriemde omlijsting tussen bewerkte pilasters, en bekroond door een gestrekte, geprofileerde waterlijst op stafwerkconsoles. Registers van rechthoekige vensters vanaf de puilijst, of op individuele lekdrempels met een korte onderdorpel. De fraaie gietijzeren borstweringen van het balkon en de deurvensters op de bel-etage, met een meanderfries en geajoureerde panelen, dateren van 1845. Van het toen aangebrachte klassieke hoofdgestel rest enkel het cordon.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1845#52 en 1903#203.