Imposant herenhuis op de hoek van Lange Nieuwstraat en Eikenstraat, volgens de bouwaanvraag uit 1869 opgetrokken in opdracht van de wolmakelaar Emile de Harven (Antwerpen, 1837-1903). Samen met zijn oudere broer Horace de Harven, leidde hij de firma De Harven frères, gevestigd op hetzelfde adres. Hij huwde in 1863 met Louise Van den Abeele, en kreeg in 1868 van zijn schoonvader het Gravenhof te Hoboken. Aan het ontwerp ging een afwijkend project eerder uit 1869 vooraf.
Het pand werd verbouwd en uitgebreid tot de hoofdzetel van de Algemeene Bankvereeniging, naar een ontwerp door de architect Max Winders uit 1921, uitgevoerd vanaf 1922. Opgericht in 1921 vanuit de Volksbank van Leuven, was deze bank een van de voorlopers van de in 1935 uit een fusie ontstane Kredietbank (huidige KBC), en de bouwheer van de Boerentoren. Voor zijn nieuwe functie werd het hotel de Harven uitgebreid tot de volledige oppervlakte van het perceel, met een lokettenzaal op de binnenplaats, en een neobarok ingangrisaliet in de Eikenstraat. Enkel dit laatste is bewaard, geincorporeerd in het Osterriethhuis, na de sloop van het vroegere hotel en de banklokalen voor de uitbreiding van het Instituut van de Dames van het Christelijk Onderwijs in 1980.
Hoekhuis van zes bij vijf traveeën en drie bouwlagen onder een schilddak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met schijnvoegen op de begane grond, rust op een plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst, legt de compositie de klemtoon op het poortrisaliet in de eerste travee. Dit laatste wordt gemarkeerd door de geprofileerde rondboogpoort en bovenvensters in oplopende omlijsting, geaccentueerd door cartouchesleutels. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters, op de bovenverdiepingen in geriemde omlijsting. Waterlijsten op de begane grond, doorgetrokken balustraden en oren op de eerste verdieping, onderdorpels op de tweede verdieping. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op voluutconsoles vormt de gevelbeëindiging.
Ontsloten door de vestibule, is het interieur georganiseerd rond de ruime traphal met bovenlicht die daarbij aansluit. Oorspronkelijk suites van respectievelijk drie en vier vertrekken op begane grond en eerste verdieping.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1869#60, 1869#441, 1921#12540 en 18#61441.