Het voormalig godshuis werd in 1489 gesticht door Nikolaas Boot, kerkmeester van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal, zijn echtgenote Maria Van Lille en haar zussen Margaretha en Catharina Van Lille, bestemd voor acht behoeftige vrouwen. In 1504 kreeg het godshuis een kleine kapel, die in 1506 werd toegewijd aan de Heilige Barbara. Afgeschaft onder het Franse Bewind, kwam het Sint-Barbaragodshuis onder het beheer van het Bestuur der Burgerlijke Godshuizen, voorloper van het huidige OCMW, dat er bejaarde vrouwen huisvestte. Sinds 1950 behoort het godshuis tot het schoolcomplex van het Instituut Dames van het Christelijk Onderwijs.
Klein schilderachtig ommuurd godshuis uit het laatste kwart van de 15de en het eerste kwart van de 16de eeuw, naar het model van de Brugse godshuizen. Een rechthoekig graspleintje, wordt aan de noord- en oostzijde afgesloten door twee rijen van elk vier kleine huisjes. Het laat-gotische, vrijstaand kapelletje neemt de zuidzijde in.
Kapel van twee traveeën op een rechthoekig grondplan met een driezijdige, onregelmatige koorsluiting. Het gebouwtje met geprofileerde sokkel is opgetrokken in traditionele baksteenbouw met spaarzaam gebruik van zandsteen, onder een oplopend leien zadeldak met bekronende windroos. Langsgevel van twee traveeën met breed spitsboogvenster in drielicht, een korfboogdeur met waterlijst en steigergaten; in het koor drie ongelijke en eenvoudiger spitsboogvensters.
Bepleisterde en witgekalkte woonhuisjes met een repetitief schema van telkens twee traveeën en één bouwlaag. Eenvoudige ordonnantie met muurankers en steigergaten onder zadeldak (pannen), de noordvleugel met aandak op schouderstukken. Hoge rechthoekige keldermonden met uitstekende latei. Noordelijke gevelwand gemarkeerd door de twee hoge, tuitvormige dakkapellen met schouderstukken, dekstenen en breed luikgat met afdekkende latei op consoles. Voorts telkens een rechthoekige deur met latei op consoles en rechthoekig bovenlicht; aangepaste vensters, het schrijnwerk met kleine roedeverdeling.
SN 1970: Antwerpen die scone, nummer 2.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent. Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)