Neoclassicistisch burgerhuis naar een ontwerp uit 1860 door de aannemer G.F. Van Camp, die in Antwerpen activiteiten ontplooide vanaf 1850. Opdrachtgever was de koopman en reder Franciscus Xaverius Hubertus Vrancken-Gevers (Antwerpen, 1815-Antwerpen, 1905), gehuwd met Anne Joséphine Victoire Gevers (Antwerpen, 1814-Antwerpen, 1849), dochter van de suikerraffineur Henri Gevers, met wie hij vijf kinderen kreeg. De firma die Vrancken-Gevers in 1835 oprichtte, handelde aanvankelijk in granen, later ook in wol en katoen. Hij startte in 1837 met de uitgave van de Revue commerciale en maritime d'Anvers, later opgegaan in Le Précurseur. Tot het bouwproject behoorde ook het rechts aanpalende handelspand Lange Noordstraat 11 met een gelijkaardige gevelopstand, dat vandaag is verbouwd tot theater. In 1853 had hij in de nabije Hoornstraat al een gelijkaardig project opgezet, eveneens bestaande uit een burgerhuis met aanpalend handelspand.

Rijwoning met dubbelhuisopstand van vier traveeën en drie bouwlagen onder een schilddak. De oorspronkelijk bepleisterde en beschilderde lijstgevel met schijnvoegen op de begane grond, rust op een plint uit blauwe hardsteen. Recent werd de gevel gedecapeerd en opnieuw opgemetseld, met behoud van het merendeel van het stucdecor. Horizontaal geleed door de puilijst en kordonvormende lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op de gedesaxeerde portaaltravee. Deze wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een balkon met voluutconsoles en balustrade, waarin een geajoureerde cartouche. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit spiegelboogopeningen in geriemde omlijsting met sluitsteen. Oorspronkelijk bewerkte borstweringen op de eerste verdieping, en omlopende omlijstingen met oren op de tweede. Een oorspronkelijk klassiek hoofdgestel, met houten kroon- en tandlijst op uitgelengde voluutconsoles waartussen bewerkte casementen, vormt de gevelbeëindiging. Vernieuwd schrijnwerk.

Dubbelhuis van vier traveeën en drie bouwlagen opgetrokken door aannemer G. F. Van Camp met een bouwtoelating van 1860. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel met een arduinen onderbouw en schijnbossages op de begane grond. Op de hoofdverdieping, in de derde travee een balkon met sierlijk opengewerkte balustrade op consoles, paneelwerk op de borstweringen, verhoogde kroonlijst met tandlijst op consoles onderling verbonden door een kordon en afgewisseld met panelen. Spiegelboogvensters in geriemde rechthoekige omlijstingen. Vleugeldeur met groot bovenlicht in een geriemde schouderboogomlijsting.