Burgerhuis in Louis-Philippestijl dat in twee fasen tot stand in opdracht van de heer Gilbert-Van Geertruyen, naar ontwerpen door de architect Heliodore Leclef. Uit 1855 dateert het oorspronkelijke burgerhuis van het klassieke type, dat overeenstemt met de drie rechter traveeën. Dit laatste werd in 1863 uitgebreid met de twee linker traveeën, op de begane grond geopend door een koetspoort.
De woning Gilbert-Van Geertruyen behoort tot de vroege gekende realisaties van Heliodore Leclef, die een succesvolle loopbaan ontplooide in dienst van de hogere burgerij. Tot zijn oeuvre in Antwerpen, opklimmend tot het midden van de 19de eeuw, behoren tal van winkel-, burger- en herenhuizen in neoclassicistische stijl, met invloed van achtereenvolgens de Louis-Philippe- en de second-empirestijl tijdens de jaren 1850 en 1860. Het belangrijkste ontwerp uit zijn late carrière is het Onze-Lieve-Vrouwecollege van de paters jezuïeten op de Frankrijklei, daterend uit 1871. In deze periode bouwde hij meerdere statige hotels op de Leien en rond het Stadspark, alleen of in samenwerking met zijn zoon Edmond Leclef, die mee het beeld van deze belangrijke 19de-eeuwse stadsuitbreiding bepalen.
Rijwoning van vijf traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel rust op een plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de kordonvormende lekdrempels van de eerste verdieping, beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema. Registers van rechthoekige muuropeningen met afgeronde bovenhoeken, geprofileerde dagkanten en lekdrempels, de bovenvensters geaccentueerd door rolwerksleutels. Een klassiek hoofdgestel met houten kroon- en tandlijst vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters is bewaard.
Op de binnenplaats, neoclassicistisch gebouw, loodrecht ingeplant op de straat, waarvan de oorsprong niet gekend is. Het betreft vermoedelijk een atelier of schoolgebouw. Langgerekt volume met een gevelbreedte van zeven traveeën, een souterrain en twee bouwlagen hoog, onder een afgesnuit zadeldak. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel met een regelmatige ordonnantie van rechthoekige muuropeningen, de inkomdeur met trappenbordes in de voorlaatste travee. Licht risaliet, oorspronkelijk bekroond door een driehoekig fronton.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1855#657 en 1863#58.