Twee neoclassicistische burgerhuizen, de twee resterende rechter panden van een geheel van oorspronkelijk vier volgens repeterend schema gekoppelde woningen. Het bouwdossier uit 1853 identificeert de heer Koelman-Lauwers als bouwheer, maar geeft geen uitsluitsel over ontwerper noch aannemer. Voor het vastgoedproject werd een traditioneel pakhuis met een brede trapgevel uit de tweede helft van de 16de of de eerste helft van de 17de eeuw gesloopt. Van de twee overige panden was het nummer 26 sinds 1930 verbouwd en het nummer 28 sinds 1959 gesloopt. In 1981 werden ook de resterende samen met een reeks aanpalende panden gesloopt voor een nieuwbouwflat.
Rijwoningen van drie traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak. Het gevelfront van het oorspronkelijke geheel beantwoordde aan repetitief-symmetrisch opzet, met de klemtoon op de twee risalietvormende middenpanden, geaccentueerd door schijnvoegen op de begane grond, cordonvormende lekdrempels op de bovenverdiepingen en een bewerkte fries. Beide zijpanden onderscheidden zich door afzonderlijke lekdrempels met onderdorpel. Nummer 24 volgt het eerste, nummer 22 het tweede type. Bepleisterde en beschilderde lijstgevels op een plint uit blauwe hardsteen. Registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen met afgeronde bovenhoeken in geriemde omlijsting. Klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op modillons met dropmotief.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2017: Gekoppelde neoclassicistische burgerhuizen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/203616 (geraadpleegd op ).
Twee enkelhuizen van drie traveeën en drie bouwlagen te dateren midden 19de eeuw. Bepleisterde en beschilderde lijstgevels op arduinen plint. Rechthoekige muuropeningen met afgeronde bovenhoeken; nummer 22 met panelen onder de individuele lekdrempels; kroonlijsten op modillons met dropmotief. Nummer 24 met begane grond onder puilijst, verlevendigd met schijnvoegen uitstralend boven de vensteropeningen, doorlopende lekdrempels, versierd fries en toegevoegde dakverdieping.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Gekoppelde neoclassicistische burgerhuizen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5401 (geraadpleegd op ).