Werkplaats met voorbouw in neotraditionele stijl, naar een ontwerp door de architect Louis De Vooght uit 1919, opgetrokken in 1920. Opdrachtgever was de Société Anonyme des Remorqueurs Anversois, één van de grote sleepbootbedrijven voor de vaart op de Schelde in de haven van Antwerpen. In 1914 werd een eerste bouwaanvraag ingediend voor het project, dat een voorbouw met drie gekoppelde winkelhuizen omvatte, en achteraan op het perceel, een werkplaats met smidse, fabrieksschoorsteen en opslagruimte. Vanwege het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog bleef de uitvoering vermoedelijk beperkt tot de werkplaats. Pas in 1920 werd een hernieuwde bouwaanvraag ingediend voor de voorbouw, nu van een bescheidener opzet met enkel nog werkplaatsen. Het complex huisvest sinds 1997 een discotheek.

Het gebouw behoort tot het relatief vroege oeuvre van de architect, zoon van de aannemer François De Vooght, die eind jaren 1890 zijn debuut maakte. Tijdens zijn beginjaren liet hij zich vooral opmerken met ontwerpen in een neotraditioneel stijlidioom, waarvan het hotel de Hasque en de eigen architectenwoning - beide uit 1912 en aan de Arthur Goemaerelei - representatieve voorbeelden zijn. Ook tijdens het interbellum hield De Vooght vast aan een conventionele, historiserende architectuuropvatting, met als belangrijkste bouwwerk de neobyzantijnse basiliek Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes uit 1931-1935 te Edegem.

Voorbouw van zeven traveeën, een souterrain en twee bouwlagen onder een pseudo-mansarde. De lijstgevel heeft een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, op een hoge, ruw geboste sokkel uit blauwe hardsteen. In de eerste travee tekent de traphal met inkom zich af, een brede steekboogpoort met hardstenen dagkanten en archivolt doorbreekt de derde en vierde travee. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters met betonnen latei en hardstenen lekdrempel. Klassiek hoofdgestel met vernieuwde kroonlijst; getoogde houten dakkapellen met waterlijst.

Werkplaats onder twee parallelle, deels beglaasde zadeldaken, de nok parallel aan de straat. Metalen vakwerkspanten, op het aanleuningspunt rustend op metselwerkbogen op bakstenen kolommen. In de zuidoostelijke hoek ronde fabrieksschouw.