Neotraditioneel diephuis op de hoek van Lange Winkelstraat en Kleine Kauwenberg, naar een ontwerp door de architect Frans Van Dijk uit 1906. Opdrachtgever was Richard Böcking, een van oorsprong Duitse wolhandelaar en voorzitter van de Raad van Beheer van de Duitse Protestantse Gemeente. Het gebouw dat aanleunde bij de dienstgebouwen van Protestantse Kerk, was oorspronkelijk bedoeld als Deutsches evangelisches Altenheim, en tehuis voor bejaarde leden van de Protestantse diaconie. Tussen 1901 en 1910 had Van Dijk ook de leiding over de restauratie van het kerkgebouw.

Het Deutsches evangelisches Altenheim behoort tot het rijpere werk van Frans Van Dijk, die zijn debuut maakte omstreeks 1875 en al vroeg in zijn loopbaan naam maakte als medeontwerper van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten aan de Leopold de Waelplaats. Omstreeks de eeuwwisseling deed hij zich verder opmerken met enkele van de meest opvallende huizengroepen in de wijk Zurenborg waaronder "Boudewijn met den IJzeren Arm" en "Scaldis" aan de Cogels-Osylei, en het imposante Grand Hôtel Métropole in de Leysstraat. Als een van de uitverkoren architecten van de Antwerpse elite, de financiële wereld en het bedrijfsleven, beoefende hij zijn carrière lang een monumentaal architectuuridioom van eclectische signatuur.

Hoekhuis van twee bij drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak (nok loodrecht op de Kleine Kauwenberg). De eenvoudige trapgevel van zes treden met schouderstukken zijde Kleine Kauwenberg, en de lijstgevel zijde Lange Winkelstraat, hebben een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband oorspronkelijk met knipvoegen. Van witte natuursteen is gebruik gemaakt voor speklagen, sluitstenen, hoek- en negblokken, en van blauwe hardsteen voor de plint met schuine afzaat. Verder regelmatig ordonnantieschema met registers van getoogde deur- (middentravee zijgevel) en vensteropeningen met diamantkopsleutel en lekdrempel, en op de begane grond een ijzeren latei. Tweeledige geveltop met rechthoekige vensters; de zijgevel is afgewerkt met een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op klossen. Bewaarde houten inkomdeur, verder vernieuwd schrijnwerk.

Eenvoudig neotraditioneel hoekhuis van twee + drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak (roofing). Bakstenen lijstgevel en getrapte zijgevel (zes treden) met natuurstenen banden. Getoogde vensters met kleine diamantkopsleutels van de voorgevel.