Pakhuis in neotraditionele stijl gebouwd in opdracht van de slager Charles M.C. Sluyts, naar een, ontwerp door de architecten Léonard en Henri Blomme uit 1879, door middel van gevelankers gedateerd 1880. Het gebouw werd als eenheid geconcipieerd met een rechts aanpalend winkelhuis, dat in 1974 is gesloopt voor een kantoorgebouw. De gebroeders Blomme herbouwden in 1887 ook het neoclassicistische winkelhuis van Sluyts, Pieter Van Hobokenstraat 21 (verbouwd), gelegen op het achter aanpalende perceel.
Het pakhuis Sluyts behoort tot het vroege gemeenschappelijke oeuvre van de gebroeders Blomme, die tussen 1876 en 1906 voor tal van bouwprojecten samenwerkten. Daarnaast voerden beiden ook in eigen naam belangrijke architectuuropdrachten uit, en bekleedde Léonard Blomme van 1869 tot 1899 het ambt van provinciaal architect voor het arrondissement Mechelen. Tot hun belangrijkste gezamenlijke realisaties behoren het Jongensweeshuis uit 1876-1881 in de Durletstraat, het Gemeentehuis van Borgerhout uit 1886-1889, en tijdens de jaren 1890 een reeks vastgoedprojecten voor de Naamlooze Maatschappij voor het Bouwen van Burgershuizen in de wijk Zurenborg. Waar de gebroeders Blomme voor hun openbare gebouwen consequent de neo-Vlaamserenaissance-architectuur toepasten, werd de pittoreske stijl in hun privé-opdrachten afgewisseld met ontwerpen in een destijds conventioneel neoclassicisme.
Het gebouw met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat drie bouwlagen onder een complex zadeldak (leien) met kruisende nok. De puntgevel met schouderstukken en overhoeks topstuk heeft een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband met knipvoegen, verankerd door smeedijzeren muurankers. Van blauwe hardsteen is gebruik gemaakt voor de plint met schuine afzaat, van witte natuursteen voor waterlijsten, speklagen, lateien, lekdrempels, hoekblokken, sluitstenen, diamantkoppen, kraag- en dekstenen. Axiaal-symmetrisch van opzet, beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers ven rechthoekige vensters met al of niet doorgetrokken lekdrempels, en een ontlastingsboog met diamantkoppen. De pui afgewerkt met een overhoekse muizentandfries, bestaat uit een poort overspannen door een ijzeren I-balk met rozetten, een getralied tweelicht en een inkomdeur. Boogvelden met een baksteenmozaïek accentueren de vensters van de tweede verdieping en de geveltop, die wordt geleed door een fries in baksteenmozaïek. Het houten schrijnwerk van de poort, inkomdeur en benedenvensters is bewaaard.
Oorspronkelijk liepen ordonnantie en bedaking door in het aanpalende winkelhuis, met een gekoppelde inkomdeur en winkelraam op de begane grond, en een tuitvormig dakvenster met schouderstukken en een aandak.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2017: Neotraditioneel pakhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/203632 (geraadpleegd op ).
Pakhuis van drie traveeën en drie verdiepingen, daterend van 1880 (gevelankers). Bakstenen puntgevel op schouderstukken met overhoeks topstuk verlevendigd met diamantkoppen. Arduinen puilijst boven een overhoekse muizentand. Licht getoogde of rechthoekige vensters. Begane grond met links een rechthoekige poort onder een ijzeren I-balk met rozetvormige bevestigingsbouten.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Neotraditioneel pakhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5420 (geraadpleegd op ).