Meergezinswoning in beaux-artsstijl, volgens de bouwaanvraag uit 1913 gebouwd door de aannemer Eugène Van Beylen. Opdrachtgever was de Duitse fotograaf Adolf Nitsche (°Oberhannsdorf, 1873), afkomstig uit Silezië, die zich in december 1905 vanuit Lausanne te Antwerpen gevestigd had. Hij trad er op 9 januari 1906 in het huwelijk trad met Maria Jozefina Hendrika Reynders (°Antwerpen, 1877), en opende een fotostudio in de Leopoldstraat 69. Nitsche was tijdens de Eerste Wereldoorlog fotograaf bij het Duitse leger, en week na de Wapenstilstand uit naar Rotterdam, waar zijn echtgenote hem begin 1919 vervoegde, na twee weken hechtenis in de gevangenis van de Begijnenstraat.
Aan het ontwerp ging een gelijkaardig project uit 1912 vooraf door de bouwmeester Frederik Hoffmann uit Lommel. Van aannemer Van Beylen zijn in Antwerpen bouwprojecten teruggevonden uit de periode van 1904 tot 1925, de eerste jaren in samenwerking met zijn oudere broer Jules. Mogelijk was hij al eerder actief in zijn toenmalige woonplaats Borgerhout.
Met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën, omvat het gebouw vijf bouwlagen onder pseudo-mansarde (kunstleien). De lijstgevel onderscheidt zich door een parement uit witte natuursteen, met een decor ontleend aan de Lodewijk XVI-stijl. Nadrukkelijk horizontaal geleed door waterlijsten en kordonvormende lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op het brede zijrisaliet. Dit laatste wordt gemarkeerd door een over drie verdiepingen oplopende bow-window met drielichten, op de tweede versierd met guirlandes, en ter hoogte van de topgeleding bekroond door een smeedijzeren balkonborstwering. Lisenen met een medaillon als topstuk flankeren de inkomtravee. Verder is de opstand opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters, en afgewerkt door een klassiek hoofdgestel, oorspronkelijk met gekorniste houten kroonlijst (vernieuwd); twee houten dakkapellen oorspronkelijk met vleugelstukken en gebogen fronton. De winkelpui met verdiept zijportaal, een gebogen vitrine, pilasters en een entablement, is verbouwd; vernieuwd schrijnwerk.
Volgens de bouwplannen beslaat de winkel met keuken de begane grond, en worden de huurkwartieren op de bovenverdiepingen ontsloten door de zijdelings ingeplante, gemeenschappelijke inkom- en traphal. Deze bestaan telkens uit drie kamers en een badkamer.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2017: Meergezinswoning in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/203665 (geraadpleegd op ).
Appartementsgebouw van twee traveeën en vijf bouwlagen onder pseudo-mansardedak (kunstleien). Natuurstenen gevel met Lodewijk XVI-decoratie, daterend uit het eerste kwart van de 20ste eeuw met recenter aangepaste winkelpui. Verticaal accent door breder zijrisaliet, op de bovenverdiepingen gemarkeerd door gewelfde erkers en dito balkon met hek, op de hoogste verdieping. Rechthoekige vensters met doorlopende lekdrempels en waterlijsten afgelijnd door platte banden met neuten. Eenvoudige en sobere Lodewijk XVI-versiering. Vernieuwde kroonlijst en dakvensters.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Meergezinswoning in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5430 (geraadpleegd op ).