Hoeve met losse bestanddelen opklimmend tot de 18de eeuw, confer weergave van eenzelfde gebouwenconfiguratie op de Ferrariskaart (1771-1778). Volgens het kadasterarchief werd de hoeve in 1853 uitgebreid in opdracht van Charles Libbrecht-Van Cromphaut, directeur van de koninklijke buskruitfabriek te Wetteren (registratie in 1894); mogelijk toen deels vernieuwde gebouwen (?).
Hoevegebouwen gelegen rondom het centrale erf deels verhard met grint en een gebetonneerde mestvaalt voor de stallen. IJzeren veldschuur op achtererf.
Boerenhuis van vijf traveeën aan de noordwestzijde van het erf. Verankerde baksteenbouw onder zadeldak met pannen. Zuidoostelijk gerichte, gecementeerde en witgeschilderde erfgevel met imitatievoegen en hanggoot. Rechthoekige muuropeningen met vernieuwd houtwerk.
Lange dwarsschuur met geïncorporeerde stal en wagenhuis aan de zuidoostzijde van het erf tegenover de woning. Verankerde baksteenbouw onder een overstekend zadeldak met pannen. Centrale doorrit, segmentboogvormige staldeuren en kopgevel (straatzijde) met rondboogvormig laadluik; traditioneel groen geschilderd houtwerk.
Stal met aanpalende garage haaks op de schuur, aan de noordoostzijde van het erf, parallel aan de straat. Verankerde baksteenbouw onder overstekend zadeldak met Vlaamse pannen.
Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verbeeck, Mieke Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)