Teksten van Gekoppelde winkelhuizen met kantoren in eclectische stijl

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/5439

Gekoppelde winkelhuizen met kantoren in eclectische stijl ()

Historiek en context

Twee gekoppelde winkelhuizen met kantoren in eclectische stijl naar een ontwerp door de architect Emile Vereecken uit 1898. Het gebouw maakt deel uit een geheel van drie panden met gemengde functie (winkels, appartementen, kantoren), dat door de Stad Antwerpen werd opgetrokken als aanzet tot de bebouwing van de nieuw aangelegde Leysstraat. De opdracht ging naar drie jonge, talentvolle, Antwerpse architecten, generatiegenoten aan het begin van een loopbaan die bijzonder succesvol zou blijken. Naast Emile Vereecken betrof het Alexis Van Mechelen voor het winkelhuis op nummer 7 en Michel De Braey voor het kantoorgebouw “’t Visschers Huizeken” op nummer 15. Bedoeld als modelproject, hebben de drie panden een rijk geornamenteerd, uitbundig gevelfront gemeen, onderling sterk verschillend wat stijl en detaillering betreft. Twee slanke, hoog oprijzende zijpanden, flankeren een breed middenpand, en vormen op straatniveau een rij geschakelde winkelpuien met entresol. Het geheel werd in 2015-2016 gerestaureerd tot een wooncomplex met acht appartementen, onder leiding van de architecten Bovenbouw Architectuur en Barbara Van der Wee.

Emile Vereecken was als architect actief in Antwerpen van omstreeks 1890 tot midden jaren 1920. Hij startte zijn loopbaan op het architectenbureau van zijn vader Jean Baptiste Vereecken, met wie hij in de Leysstraat eveneens in 1898 het monumentale geheel van vier handels- en woonpanden tot stand bracht in opdracht van Ernest Grisar en Albert Kreglinger. Na zowat vijftien jaar samenwerking zette de architect vanaf 1906 de succesvolle praktijk in eigen naam verder. Tijdens het decennium voorafgaand aan de Eerste Wereldoorlog evolueerde Vereeckens architectuur van een overladen eclecticisme naar een Frans georiënteerde beaux-artsstijl, waarvan het kantoorgebouw Bunge & Co in de Arenbergstraat de meest prestigieuze uiting vormt. In de weinige projecten uit het vroege interbellum die van Vereecken gekend zijn, bevestigt de architect zijn geloofsbelijdenis aan de klassieke, traditionele bouwkunst.

Architectuur

Met een gevelbreedte van drie/vijf traveeën, omvat de rijwoning vijf bouwlagen waaronder een entresol, afgedekt door een zadeldak (nok parallel aan de straat, leien). De lijstgevel onderscheidt zich door een parement uit witte natuursteen, met gebruik van zwart graniet voor de bekleding van pui en entresol. Nadrukkelijk horizontaal geleed door waterlijsten, geajoureerde borstweringen of balustraden, legt de compositie de klemtoon op het middenrisaliet, dat wordt bekroond door een polygonale lantaarntoren. Dit laatste wordt gelijkvloers gemarkeerd door het privé- en kantoorportaal met pilasters, entablement en een gebroken gebogen fronton, en op de eerste verdieping door een halfronde loggia met een balkon en een baldakijn met mascaronsleutel en een kroonvormig topstuk samengesteld uit voluten en palmetten. De polygonale lantaarntoren met omlijste oculi en guirlandes, wordt gekantonneerd gevleugelde hermen met leeuwenkop, en bekroond met een entablement, een gebogen fronton en een koperen helm en smeedijzeren windwijzer als topstuk. Bij de winkelpuien, oorspronkelijk met middenportaal, sluiten de entresolvensters met rondbogig schrijnwerk en smeedijzeren borstwering aan, gemarkeerd door entablementen, en in de middenas boven het hoger vermelde portaal, een rondboogvenster en een balkon met geajoureerde borstwering. Op de eerste verdieping flankeren twee korfboogloggia’s op kraagstenen met tondi in de zwikken het middenrisaliet, verbonden door een gevelbrede borstwering met siersmeedwerk; rondboogtweelichten met waterlijst op pilasters. De tweede verdieping bestaat uit een schouderboogvenster met bewerkte pilasters, tussen drielichten met bewerkte posten, belijnd door een balustrade en een entablement met mascarons in rankwerkfriezen; de bovenlichten van de zijvensters dragen sgraffitopaneeltjes met vrouwenkoppen in profiel op een rode fond. Op de vierde verdieping flankeren loggia’s met een rondboogarcade op rood granieten colonnetten, een rondboogvenster met balkon, verbonden door een balustrade; sgraffitofriezen met mascarons en cartouches op een rode fond versieren de boogvelden en -zwikken. Een kroonlijst op houten consoles met kraagstenen, bekroond door een smeedijzeren vorst vormt de gevelbeëindiging, bekroond door een attiekbalustrade met postamenten. Bewaarde houten inkomdeur en bovenvensters.

Volgens de bouwplannen bestaat het complex uit een voorbouw met gespiegelde indeling, en een achterbouw van twee bouwlagen die wordt ontsloten door een trappenrotonde tussen beide volumes in. In de voorbouw beslaan twee winkels met achterkamer de begane grond, gescheiden door de gemeenschappelijke inkomhal met dubbel trappenhuis. Met de keuken in de kelder, zijn de bovenverdiepingen onderverdeeld in twee woningen, met op de eerste verdieping een salon en twee slaapkamers, en op de tweede, derde en vierde verdieping telkens twee slaapkamers. Per verdieping beschikt de rechter woning over een extra kabinet ter hoogte van de middentravee. De achterbouw biedt gelijkvloers en op de bovenverdieping ruimte aan twee kantoorsuites met loketten en sanitair. In de trappenrotonde is de dubbele houten wentel- en steektrap bewaard, met een fraaie ijzeren trapleuning.

  • Stadsarchief Antwerpen, plan DWG#3051.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2017: Gekoppelde winkelhuizen met kantoren in eclectische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/203691 (geraadpleegd op ).


Lijstgevel ()

Brede, iets lagere lijstgevel van drie traveeën en vier bouwlagen + entresol gevat tussen twee hogere en smallere puntgevels (nummers 7 en 15). Bijzonder smal middenrisaliet met bekronende belvedère waarin oeil-de-boeuf en flankerende gevleugelde hermen; horizontale ritmering door middel van doorlopende balustrades en dorpels. Derde en vierde bouwlaag uitgewerkt met loggia en gaanderij met rondboogjes op slanke zuilen doorbreekt de vlakheid van de gevel.


Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Gekoppelde winkelhuizen met kantoren in eclectische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5439 (geraadpleegd op ).