Zogenaamd "Hof ter Blauwe Sluyze" volgens opschrift van opkamer. Hoevebenaming dateert van 1902 en verwijst naar de ligging, reeds aangeduid op de Ferrariskaart (1770-1778), ten zuidwesten van de gelijknamige sluis (zie Sluizenstraat).

Omgrachte hoeve met nog overwegend 18de-eeuws uitzicht. Lage be­stand­de­len van wit­ge­kalk­te verankerde bak­steen met ge­pik­te plint, onder zadel­daken in U-vorm opgesteld rondom een ver­hard erf. Aan de straat, toegangshekken tussen witgekalkte, bakste­nen hek­pij­lers met pi­las­ter­ver­siering, jaarstenen "Anno 1761" en mij­ter­boog­nisje met Mariabeeld links; voetgangersdoorgang ge­flan­keerd door la­gere pijler links; aan de erfzijde, aansluitende, lage bak­stenen muren. Ten zuidwesten gaat de omgrachting over in deze van een wei­land, de vroegere boomgaard. Ten zuiden, bomenrij.

Ten noordwesten van het erf, boerenhuis met vier traveeën + twee opka­mertraveeën rechts, onder onderbroken zadeldak (Vlaamse pannen), bij opkamer met aan­da­ken voorzien van muurvlechtingen. Ge­toog­de ven­sters en deur; lui­ken; mogelijk ­hout­werk uit het laatste kwart van de 19de eeuw, ech­ter jon­ger bij de aan­ge­paste op­kamer­vensters. Rechthoekige zol­der­luiken onder de hang­goot. Boven de deur, dakven­ster met punt­gevel­tje. Achtergevel met lage aanbouwsels. Rechter zijpuntgevel: getraliede kelderopening en nieuw bolkozijn onder het zolderluik.

Ten zuidwesten, L-vormige stalvleugel met één travee aansluitend bij het woonhuis + circa negen traveeën onder zadeldak (golfplaten) met klimmend dakvenster. Getoogde en rechthoekige muuropeningen, meestal aangepast.

Ten zuiden, dubbele dwarsschuur onder zadeldak (Vlaamse pannen), mogelijk uit het eerst kwart van de 19de eeuw doch met oudere kern zie onderste muurpartij gestut door middel van steun­beren van linker zijpuntgevel. Twee korfbogige schuur­poor­ten. Recen­tere loods tegen de achtergevel.

Achter het boerenhuis, bakhuis.