La Métropole ()

Historiek en context

Kantoorgebouw in neo-Vlaamserenaissance-stijl, gebouwd in opdracht van de Société Nouvelle du Centre d’Anvers, naar een ontwerp door de architect Frans Van Dijk uit 1901. Het pand huisvestte de kantoren van de krant “La Métropole”, waarvan het eerste nummer op 27 juni 1894 verscheen. Het conservatieve, katholieke, Franstalige dagblad, de tegenhanger van het liberale “Le Matin”, legde zich toe op economische en financiële berichtgeving, handelsvraagstukken, zeevaartberichten en sociaal-politieke kwesties. Aanvankelijk uitgegeven door de Société des Publications Anversoises, kwam “La Métropole” vanaf 1906 in eigen beheer van August Van Nijlen (Antwerpen, 1869-1922), echtgenoot van Antonia Maria Meys (1866-1935), naast directeur ook actief als hoofdredacteur van de krant. Deze drukker, boekbinder, papier- en boekhandelaar, bedrijfsleider van de Imprimerie de la Métropole die in 1901 werd herdoopt tot Imprimerie du Centre, was ook de man achter de Société Nouvelle du Centre d’Anvers, en dus de eigenlijke bouwheer. Behalve het kantoorgebouw in de Leysstraat, liet de maatschappij in 1901 op het binnenterrein van het bouwblok gevormd door Leysstraat, Jezusstraat en Kipdorpvest, een drukkerij oprichten, in 1902 een directeurswoning zijde Kipdorpvest, in 1903 een garage zijde Jezusstraat, en in 1908 een kantoorgebouw naast de directeurswoning, telkens ontworpen door Van Dijk. “La Métropole” werd met een onderbreking tijdens de Tweede Wereldoorlog uitgegeven tot 1974.

Het complex van La Métropole behoort tot het rijpere oeuvre van Frans Van Dijk, die al vroeg in zijn loopbaan naam maakte als medeontwerper van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten aan de Leopold De Waelplaats. Omstreeks de eeuwwisseling deed hij zich verder opmerken met enkele van de meest opvallende huizengroepen in de wijk Zurenborg waaronder "Boudewijn met de IJzeren Arm" en "Scaldis" in de Cogels-Osylei, en het imposante Grand Hôtel Métropole op de hoek van Leysstraat en Kipdorpvest. Als een van de uitverkoren architecten van de Antwerpse elite, de financiële wereld en het bedrijfsleven, beoefende hij zijn carrière lang een monumentaal architectuuridioom van eclectische signatuur.

Architectuur

Slechts één travee breed, omvat de smalle rijwoning vier bouwlagen en een entresol, onder een zadeldak (nok parallel aan de straat, leien) met rechter aandak. De schoudergevel onderscheidt zich door een parement uit witte natuursteen, met gebruik van blauwe hardsteen voor de pui, waterlijsten, kolommen en dekstenen. Axiaal van opzet, is de opstand over de pui en eerste twee verdiepingen gevat in een breed geprofileerde korfboog met rozettenfries in de dagkant, en een knik ter hoogte van de entresol. Gestapelde driezijdige erkers markeren entresol en eerste verdieping, de kleinste onderaan met gebuikte basis, Ionische colonnetten, een gebogen fronton en cartouche. De grote erker erboven heeft een ingesnoerde basis, polygonale pijlers, een centraal rondboogvenster, een borstwering met rolwerkcartouche waarin de loop van een kanon tussen balusters, en een balkonbalustrade als bekroning. Opgevat als loggia met Toscaanse kolommen en halfzuilen, wordt de topgeleding gemarkeerd door geprofileerde waterlijsten en polygonale hoekpostamenten, deze laatste met cartouches als topstuk en mascarons (bebaarde man en vrouw) als console. Hierbij sluit de geveltop aan, die in het onderste register wordt geaccentueerd door een gebeeldhouwd reliëf met voorstelling van een drukker aan de drukpers in een rankwerkdecor. De geknikte top is geopend door een rondboogvenster met waterlijst tussen rolwerkcartouches waarop de initialen AVN van bouwheer August Van Nijlen en PO, en bekroond door een overhoeks topstuk met mascaronconsole en gebogen fronton. Bewaard houten schrijnwerk; verbouwde pui.

Volgens de bouwplannen huisvestte de begane grond oorspronkelijk een kleine verkoopruimte, de 'salle des dépêches' of tijdingenzaal met bovenlicht, en een kantoor met loket. De directie- en redactiekantoren besloegen de volledige entresol en de eerste verdieping, ontsloten door de zijdelings ingeplante traphal met lift. Op de tweede en derde verdieping bevond zich telkens een appartement, dat in de voorbouw uit de hal, salon en eetkamer, en in de achterbouw uit de keuken en twee slaapkamers bestond, verbonden door een beglaasde 'galerie'; extra badkamer enkel op de tweede verdieping. Beide beschikten over mansardekamers onder het dak.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1901#469.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2017: La Métropole [online], https://id.erfgoed.net/teksten/203680 (geraadpleegd op ).


La Métropole ()

Oorspronkelijk drukkershuis van "La Métropole" (zie gevelsteen). Puntgevel in neo-Vlaamserenaissance-stijl van vier bouwlagen + entresol onder leien zadeldak (nok parallel aan straat) met getrapte zijgevels en sierschouwen. Ontwerp van Frans Van Dijk. Volume met clair-obscure bekomen door een subtiel spel van erkers (tweede bouwlaag insteekverdieping) met bekronende balkons en inspringende donkere loggia achter vrijstaande zeilen op vierde bouwlaag. Tweede bouwlaag met centraal boogvenster, op onderliggende muurdam: loop van een kanon; derde bouwlaag geopend door een breed korfboogvormig venster, vierde bouwlaag uitgewerkt als mezzanino tussen flankerende hoekpilasters op consoles uitgewerkt als maskers. Brede fries geheel verlevendigd met bas-reliëfs (man bij drukkerspers); in de puntgevel een boogvenster met waterlijst en flankerende cartouches; hierboven overhoeks topstuk en bekronend gebogen fronton.

  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers D2, 1901, Modern Archief 20.360, dossier 469.

Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: La Métropole [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5442 (geraadpleegd op ).