Het betonnen tramhokje "Station Breedene Hippodrome" van rond 1923 getuigt van de ontstaansgeschiedenis van de badplaats Bredene-Renbaan en de belangrijke rol die de kusttram daarin speelde. De elegante vormgeving in late art nouveaustijl met schuinoplopende luifels in vlindervorm symboliseert als het ware de kusttram.

Historiek

In Bredene, ver van een treinstation, nam de toeristische ontwikkeling pas een aanvang door de aanleg van de Koninklijke Baan (1902-1904) en de kusttram Oostende-Blankenberge (vanaf 1903-1905) erlangs. De succesformule van de badplaats Bredene-aan-Zee rond 1903 werd in 1923 herhaald voor de nieuwe badplaats Bredene-Renbaan. Het project van de maatschappij "Belgian Littoral Cie S.A." voor de villaverkaveling “Bungaluw City” en de bouw van een monumentale paardenrenbaan (op de grens met Klemskerke) werd gekoppeld aan een nieuwe tramhalte met tramhokje dat met enige overdrijving betiteld werd als station. Door de late art-nouveaustijl, in combinatie met witgeschilderd beton, zette men de nieuwe tramhalte en de monumentale paardenrenbaan extra in de verf. Langs de Koerslaan werd later ook een spooraftakking naar de hippodroom aangelegd. De naar de renbaan genoemde tramhalte en -hokje vormen nog steeds een verwijzing naar deze tijdens de Tweede Wereldoorlog vernietigde society-locatie.

Beschrijving

Het overluifelde tramhokje opent zich naar de duinzijde en de zijde van de tramsporen. Kenmerkend voor de late art nouveau zijn de gebogen friezen met sierlijke opschriften en de schuinoplopende luifels die zich in vlindervorm openvouwen. De luifels worden ondersteund door symmetrisch uitgewerkte zijgevels en door een steunmuur die daar op ongeveer één derde van de afstand is tussengeplaatst. Hierdoor ontstaat een asymmetrische, maar evenwichtige verdeling. Het in- en uitzwenkende profiel van de zijgevels verwijst naar het zweepslagmotief van de art nouveau. De schuine plinten gaan via gebogen ornamenten over in lisenen met in reliëf uitgewerkte trigliefen en bolmotief. De lisenen lopen verder in de gebogen overkragingen waarop de luifels rusten. De puilijsten, die de luifels aan de noord- en de zuidzijde aflijnen, zijn door de steunmuur verdeeld in een smal westelijk deel boven de terugwijkende afgesloten ruimte en een bijna dubbel zo lang oostelijk deel boven de wachtruimtes. De geprofileerde puilijsten, met dezelfde indeling, zijn versierd met in het beton uitgewerkte, geometrische motieven. In het midden boven de wachtruimtes gaan de lijsten over in een gebogen fries. Aan beide zijdes loopt het opschrift "Breedene – (Station) - Hippodrome" in zwierige lijn van de puilijst over in het fries, waarbij ook het formaat van de in het beton uitgespaarde letters zich aanpast. Streep- en cirkelmotieven accentueren het opschrift.

De zijgevels zijn licht verschillend uitgewerkt. In de westgevel, vroeger mogelijk met loketfunctie, steekt een korfboogvenster met afgeronde vensterbank en geriemde omlijsting. Boven de geprofileerde druiplijst van het venster is in reliëf een geometrisch bloemmotief aangebracht. Parallel met de bloemenkelk vormt het gebogen fries als het ware een scharnierpunt tussen de schuinoplopende luifels. Het vlindermotief wordt benadrukt door in het beton uitgewerkte geometrische motieven. De oostgevel, ter hoogte van de wachtruimtes, is verdiept door twee rondboognissen met oculi. Tussen beide nissen komt de bloemenkelk terug. Ook het gebogen fries en de geometrische motieven worden hernomen. De nissen worden binnenin de wachtruimtes herhaald.