Achterin gelegen hoeve met losse bestanddelen rond een deels onverhard, deels begraasd en als siertuin aangelegd erf. Toegankelijk via een lange, bekiezelde oprit. Staat nog niet op de Ferrariskaart (1770-1778) maar gaat terug tot vóór de opmaak van het primitief kadaster (circa 1830), daar afgebeeld met woonhuis en L-vormig landgebouw. In 1939 registreert het kadaster de toevoeging van een tweede landgebouw ten noorden van het erf en een uitbreiding van het bestaande. Verankerde, witbeschilderde bakstenen gebouwen boven een gepekte plint en onder zadeldaken (Vlaamse pannen). Boerenhuis met opkamer en rechts twee traveeën, oorspronkelijk onder een lagere nok en later verhoogd zie huidig uitzicht. Rechthoekige muuropeningen onder houten lateien, beluikte vensters met grote roedeverdeling. Lagere aanbouw en latrine onder lessenaars- en zadeldak tegen de oostgevel. Ten westen van het boerenhuis schuur met gewijzigde muuropeningen aangepast aan de huidige woonfunctie. Noordgevel met overhoekse steunberen, vlechtingen en in de top vlieggaten van een duiventil. Voorts een gevelkapelletje gesculpteerd in zandsteen met afbeelding van Maria met Kind en steunend op een sokkel met engelfiguur. Het lagere gebouw onder mansardedak en met brede poort is wellicht van recentere datum.