Achterin gelegen hoeve "HET ESSEN BUSSELKEN", zie houten bord. Losse bestanddelen rond een geasfalteerd erf toegankelijk via een lange, onverharde en verder doorlopende landweg.

Historiek

Vermeld in een ommeloper van 1686 als eigendom van de kerk van Vlissegem en beschreven als "hofstee te Vlissegem verre noordoost "int gescheet" met Nieuwmunster en gebruikt door Jacques govaert…". De hoeve staat op een kaart van 1752 met twee, anders georiënteerde gebouwen afgebeeld. Op de Ferrariskaart (1770-1778) en de Atlas der Buurtwegen (1842) met gelijkaardige opstelling zie huidig.

Beschrijving

Gerenoveerd langgestrekt boerenhuis met hogere opkamer en lagere, aanleunende stalling onder zadeldaken (Vlaamse pannen). Zeker teruggaand tot "1610" zie gedateerde moerbalk. Witbeschilderde, verankerde baksteenbouw boven een gepekte plint aan erfzijde en met bouwnaad tussen de opkamer en het woongedeelte. Rechthoekige muuropeningen, vensters met nieuw schrijnwerk met grote roedeverdeling naar oud model, oorspronkelijk beluikt zie duimen. Stoep met cementtegels. Achtergevel met nieuw parement en muuropeningen. Interieur. Brede schouw met geprofileerde, houten schouwbalk met links een spinde en rechts een trap in gesinterde baksteen naar de opkamer. In de opkamer een gesculpteerde moerbalk met stermotief en inscriptie "1610 IHS".

Achter het woonhuis staat een bunker naar verluidt uit de Tweede Wereldoorlog. Ten noorden van het erf sterk verbouwde en recente hoevegebouwen zonder specifieke kenmerken.

"Het Essen Busselken" (zie houten bord). Hoeve met losse opstelling van gebouwen; de oorspronkelijke configuratie werd door de inplanting van moderne bedrijfsgebouwen sterk gewijzigd. Lange onverharde oprit met gietijzeren hek. Geplaveide stoep langsheen de zuidgevel woonhuis. Ten oosten, drinkput en bunker uit de Eerste Wereldoorlog.

Langgestrekt boerenhuis met stal links + vier traveeën + twee opkamertraveeën rechts + annex met klein stalletje en slaapplaats voor personeel (zogenaamde "koetse"). Eén bouwlaag onder een ononderbroken zadeldak (Vlaamse pannen, éénmaal verspringende nokhoogte). Witgekalkte en verankerde baksteenbouw op gepikte plint met duidelijke bouwnaad tussen opkamer en woongedeelte. 18de eeuw met oudere kern. Rechthoekige, betraliede vensteropeningen met onder meer behouden houtwerk (kleine roedeverdeling) en luiken; getoogde kelderopeningen, waarvan één met houten spijlen. Rechthoekige deuropening met betralied bovenlicht. Interieur: houten schouwmantel met spinde; gemetselde trap (zwarte baksteen) naar opkamer; in zoldering opkamer gesculpteerde moerbalk met stermotief en inscriptie in kerfsneetechniek "1610 IHS" ; vlak overzolderde kelder met uitspringende bogen in oostgevel; keldervloer in Boomse tegels met kleine voeg.

Ten noorden, sterk verbouwde en moderne hoevegebouwen zonder specifieke kenmerken.