Geheel van twee voorname, gekoppelde burgerhuizen in neoclassicistische stijl, opgetrokken in opdracht van Charles Wagemans, het rechter pand (nummer 10) in 1853 en het linker pand (nummer 12) in 1855. Uit de bouwdossiers vallen ontwerper noch aannemer af te leiden.
Met een gevelbreedte van respectievelijk vier en drie traveeën, omvatten de rijwoningen drie bouwlagen onder een zadeldak. Axiaal-symmetrisch van opzet, beantwoordt de compositie van het gevelfront aan een uniform schema. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met schijnvoegen op de begane grond, rust op een vlak geboste sokkel en een plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door de puilijst, ligt de klemtoon op het middenrisaliet. Dit laatste wordt gemarkeerd door de rondbogige koetspoort van het rechter pand, gevat in een breed geprofileerde omlijsting uit blauwe hardsteen, waarboven een gebogen balkon op zware voluutconsoles met acanthusblad. Eveneens rondbogig heeft de koetspoort van het linker pand in de eerste travee een eenvoudiger hardstenen omlijsting met gestrekte waterlijst. Verder is de opstand opgebouwd uit regelmatige registers van rechthoekige vensters, op de bovenverdiepingen in geriemde omlijsting. Een doorgetrokken balustrade en entablementen op voluutconsoles met typisch ruitmotief in de fries, accentueren de eerste verdieping; lekdrempels op consoles en in het risaliet een stucsleutel, oren en een bewerkte borstwering op de tweede verdieping. Een breed klassiek hoofdgestel met gelede architraaf, spiegels en rozetten in de fries, en een gekorniste houten kroonlijst op klossen en tandlijst, vormt de gevelbeëindiging. Bewerkte houten vleugeldeuren en gietijzeren voetschraper.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2017: Gekoppelde neoclassicistische burgerhuizen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/203725 (geraadpleegd op ).
Dubbelhuis, zeven traveeën en drie bouwlagen in neoclassicistische stijl, te dateren 1853. Bepleisterde, beschilderde lijstgevel op hoge bossageplint van arduin; begane grond met imitatievoegen en hoge platte puilijst. Geaccentueerd middenrisaliet met brede rondboogpoort in geprofileerde omlijsting bekroond met zwaar balkon op bewerkte consoles; op de derde bouwlaag rechthoekig venster in geriemde omlijsting met sleutel en geometrisch versierde borstwering. Voorts, rechthoekige naar boven toe verkleinende vensters, in geriemde omlijsting op de bovenverdieping. Bel-etagevensters beschermd met balusters en gekorniste waterlijst op consooltjes waartussen bewerkt paneel. Bekronend entablement met gelede architraaf; fries met panelen en medaillons en gekorniste houten kroonlijst op klossen en muizentand.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Gekoppelde neoclassicistische burgerhuizen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5465 (geraadpleegd op ).